BOMANN KB 389.1 Mode D'emploi page 28

 De koudste zone bevindt zich op de achterwand
van de koeling en in het onderste koelgedeelte.
Aanbevolen voor het bewaren van bederfelijk
voedsel zoals vlees, vis en worst bij ongeveer 2∼3
graden.
 Daarboven wordt het minder koud. Voor
zuivelproducten zoals yoghurt, kaas en zo is het
midden van de koeling precies de juiste
temperatuur, zo rond de 5 graden.
 Goed verpakte restjes of conserven hebben
minder koeling nodig. Het bovenste koelgedeelte
rond 6∼8 graden zou de juiste plek kunnen zijn.
 De deur van de koeling is een van de warmste
plekken. De bovenste rekken zijn een goede plek
voor voedsel dat matig moet worden gekoeld,
zoals boter en eieren. In de onderste deurvakken
is ruimte voor drankjes.
 De groentebox (afhankelijk van het model) is
geschikt voor groente en fruit bij een temperatuur
van rond de 8 graden, afhankelijk van de
koeltemperatuur. Om ervoor te zorgen dat
delicate groenten en fruit goed aanvoelen,
blokkeert een glazen plank erboven de
omlaagstromende koude lucht.
Ijscompartiment
U kunt in het ijscompartiment reeds bevroren voedsel
tijdelijk opbergen op een temperatuur van tot op -
4°C. Let bovendien op de aanbevolen opslagtijden
op de voedselverpakking. Het is echter specifiek
bestemd voor de bereiding en opslag van ijsklontjes.
Werkingsgeluid
Soort geluid Oorzaak
Rommelen Compressor aan het werk
Geluid van Circulatie van het koelmiddel
vloeistof
Klikkende De temperatuurregelaar schakelt
geluiden de compressor in en uit
Soort geluid Oorzaak
Storende Trillingen van de planken of
geluiden koelspiraal
Uitschakelen
Draai de temperatuurregeling naar de
uitgeschakelde stand om het apparaat uit te
schakelen.
Wanneer het apparaat voor lange periodes niet wordt
gebruikt:
 Verwijder de inhoud uit het apparaat.
 Zonodig de stekker uit het stopcontact halen.
 Ontdooi (afhankelijk van het model) en maak het
apparaat grondig schoon (zie de sectie "Reiniging
en onderhoud").
 Laat de deur van het apparaat open om schim-
melvorming en geurtjes te vermijden.
Tips voor energiebesparing
 Trek de stekker uit het stopcontact als het
apparaat niet gebruikt wordt.
 Installeer het apparaat niet in de buurt van
fornuizen, verwarming of andere warmtebronnen.
Bij hoge omgevingstemperaturen zal de
compressor vaker en langer draaien.
 Zorg voor voldoende ventilatie aan de onder- en
achterkant van het apparaat. Blokkeer de
ventilatieopeningen nooit.
 Plaats alle planken of lades (afhankelijk van het
model) in hun oorspronkelijke positie.
 Stel de temperatuur niet kouder in dan
noodzakelijk.
 Laat warm voedsel afkoelen voordat u het in het
apparaat plaatst.
 Ontdooi het apparaat regelmatig (afhankelijk van
het model).
 Open de deur niet langer dan nodig is.
 De afdichting van de deur moet volledig intact
zijn, zodat de deur goed sluit.
28