A. Scherpstellen
In combinatie met Leica M-objectieven kunt u uitsluitend handmatig
scherpstellen.
Opmerking:
De op het objectief ingestelde afstanden zijn bij gebruik van de adapter
altijd iets korter dan in combinatie met enkel de Leica M-camera. Zo zal
bijv. de scherpte van een verder verwijderd onderwerp al iets vóór de
mechanische oneindig-aanslag van de instelring worden bereikt. Dit heeft
een technische oorzaak en is geen fout.
B. Belichtingsmeting
Alle 3 meetmethoden - meervlaks, centrum-georiënteerd en spot - blijven
beschikbaar.
C. Belichtingsmodi
Tijdautomaat (A) en Handmatig (M) staan als enige modi ter beschikking,
dus d.w.z. dat de Programma-automaat (P), de Diafragma-automaat (T)
en de Motief-programma's niet beschikbaar zijn. Als u op een van deze
modi hebt ingesteld, zal de camera bij het plaatsen van de adapter
automatisch naar Tijdautomaat omschakelen. Dienovereenkomstig zal
het LCD-scherm ook de modus A tonen. De diafragmawaarde F 0.0 zal
verschijnen.
31