Elektronische toetsen
1. Druk op de toets voor lage snelheid; indicatielampje 1 gaat
branden en de motor draait met lage snelheid. Druk nogmaals
op de toets om de motor te stoppen.
Druk op de toets voor gemiddelde snelheid; indicatielampje 2
2.
gaat branden en de motor draait met gemiddelde snelheid.
Druk nogmaals op de toets om de motor te stoppen.
3. Druk op de toets voor hoge snelheid; indicatielampje 3 gaat
branden en de motor draait met hoge snelheid. Druk nogmaals
op de toets om de motor te stoppen.
Druk op de verlichtingstoets; indicatielampje 4 gaat branden
4.
en de twee lampjes worden ingeschakeld. Druk nogmaals op
de toets om de lampjes uit te zetten.
GEBRUIK
ONDERHOUD
7