4.4.2. Programmering van de toetstoegang (rechtstreeks of gecodeerd)
Druk op de toets
het volgende verschijnt: 1/WIJZIGING MODUS
2/INSTELLINGEN 3/ALARM 4/LICHT
5/INGANGEN.
Alarm
Toegang
3
2
Rechtstreekse toegang: de toets is onmiddellijk
bruikbaar.
Gecodeerde toegang: de toets is bruikbaar na
identificatie (toegangscodes en badges).
OPGeleT
• De uitschakelingstoets heeft steeds een
gecodeerde toegang.
• Om veiligheidsredenen raden wij u aan een
gecodeerde toegang voor de besturingstoetsen
te behouden.
4.4.3. Wijziging van de hoofdtoegangscode
Druk op de toets
het volgende verschijnt: 1/WIJZIGING MODUS
2/INSTELLINGEN 3/ALARM 4/LICHT
5/INGANGEN.
Alarm
Toegang Hoofdtoega
3
2
OPGeleT: via deze procedure kan men voor de wijziging van de hoofdtoegangscode het initieel
gekozen cijferaantal behouden.
4.4.4. De hoofdtoegangscode benoemen
Indien u de hoofdtoegangscode wenst te individualiseren, is het mogelijk deze een naam te geven via de
volgende sequentie:
Druk op de toets
het volgende verschijnt: 1/WIJZIGING MODUS
2/INSTELLINGEN 3/ALARM 4/LICHT
5/INGANGEN.
Alarm
Toegang Hoofdtoegan
3
2
totdat op de display
Toegang
Hoofdtoegang
toetsen
scode
1
2
totdat op de display
Programmeren
ngscode
1
1
totdat op de display
Benoemen
gscode
1
3
Druk op de toetsen om ze te programmeren
met een rechtstreekse of gecodeerde toegang.
GECODEER
?
S0S
OK
C
Toets met schaduw = toegelaten toets
Toets zonder schaduw = verboden toets
OK
C
C
C
7
3
Programmering van de
nieuwe hoofdtoegangscode
OK
C
C
C
Benoem de hoofdtoegangscode via de
toetsen van het toetsenbord.
OK
vervolgens
C
C
89
TOEGANG
?
1
1
2
2
S0S
ON
ON
OK
C
vervolgens
C
OK
7
0
vervolgens
C
OK
OK
N