Achteruitnaai knop (illustratie 15)
Druk de knop naar beneden om achteruit te naaien. De stof wordt vervolgens automatisch naar
achteren getransporteerd. U kunt deze functie gebruiken om het naaiwerk te verstevigen.
Steekselectieknop (illustratie 16)
Zorg ervoor dat de naald in zijn hoogste positie is. Dit kunt u doen door het vliegwiel te
draaien. Draai de selectieknop op de gewenste steek.
Als u de steeklengte ingesteld heeft tussen 0 en 4 kun u tien verschillende steken naaien, dit
zijn de steken die dezelfde kleur hebben als de cijfers 0-4 van de steeklengte.
Als u de steeklengte knop op SS heeft ingesteld, kunt u rekbare steken naaien door middel van
het selecteren van de steken die dezelfde kleur hebben als het SS symbool (A-J).
Verwisselen van de spoel
1 Breng de naald in de hoogste positie
2 Breng het drukvoetje omhoog door de drukvoethendel naar boven te verplaatsen.
(illustratie 17)
3 Open vervolgens het beschermdeksel van het spoelhuis. (illustratie 18)
4 Open de vergrendeling van het spoelhuis en haal vervolgens het spoelhuis samen met de
spoel uit de machine. (illustratie 19)
5 Houd met uw ene hand het spoelhuis vast en verwijder met uw andere hand het spoeltje.
(illustratie 20)
6 Plaats een nieuwe spoel. (illustratie 21)
7 Rijg de draad in zoals op de afbeelding aangegeven is. (illustratie 22)
8 U kunt nu het spoelhuis terugplaatsen door de vergrendeling open te houden en hem over
zijn as naar binnen te schuiven. (illustratie 23)
9 Zorg ervoor dat ongeveer 15cm draad uit de spoel steekt. (illustratie 24)
Spoeltjes winden
1 Draai de motorvergrendeling los door de knop naar u toe te draaien. (illustratie 25 en 26)
2 Rijg het garen in zoals op de afbeelding is aangegeven. (illustratie 27)
3 Trek het uiteinde van de draad door het gat in de spoel zoals in de afbeelding aangegeven
is. (illustratie 28)
4 Plaats de spoel op de spoelwikkelaar en beweeg deze naar rechts totdat deze klikt. Als het
spoeltje een stuk opgewikkeld is verwijdert u het draadeind. (illustratie 29)
5 U kunt nu doorgaan met spoelen tot de spoelopwinder automatisch stopt. (illustratie 30)
6 Draai de motorvergrendeling op de juiste positie. (illustratie 31)
De draad inrijgen (illustratie 32)
1 Plaats de bovendraadspoel op de daarvoor bedoelde houder. Draai de naald in de hoogste
positie waardoor begeleider 4 zichtbaar wordt. Breng de drukvoethouder omhoog door de
drukvoethouder naar boven te bewegen.
2 Rijg vervolgens het garen langs de begeleiders 1 en 2.
3 Leid het via de spanningsregeling 3 naar begeleider 4, naar draadbegeleider nummer 5.
4 Leid de draad vervolgens via draadbegeleider nummer 6 naar de naald en rijg de draad van
voor naar achteren door de naald heen.
Omhoog brengen van de spoeldraad (illustratie 33)
1 Als u de bovendraad door de naald heeft ingeregen kunt u de spoeldraad naar boven
brengen door het vliegwiel naar u toe te draaien. Draai zover totdat de naald in een keer een
opgaande beweging heeft gemaakt en de naald weer in de hoogste positie is.
2 Trek vervolgens aan de bovendraad totdat u de spoeldraad naar boven ziet komen.
Nederlands
11