C
Het apparaat gebruiken
•
Verbind de laatste slave-lamp door
de signaalkabel aan te sluiten op de
DMX-uitgangsaansluiting.
•
Stel de Automatische modus of ge-
luidsactiveringmodus op de master-
lamp in. Stel het DMX-adres op alle
slave-lampen in op 001 . De slave-
lampen zullen vervolgens de master-
lamp volgen.
Opmerking: Slechts één lamp
kan als master worden inge-
steld.
DMX-adresinstellingen
Elke lamp moet met een bepaalde start-
adrescode worden ingesteld. Het adres kan
als volgt worden ingesteld:
•
Stel dezelfde adrescode voor de ver-
schillende lampen in.
– De lampen aanvaarden
kanaalsignalen die vanaf dezelfde
adrescode komen.
– Alle verbonden lampen worden sa-
men geregeld.
•
Stel een verschillende adrescode voor
elke lamp in.
•
Opmerking: Deze lamp heeft
nalen. Als de start-adrescode van de
eerste lamp op
moet de startcode van de tweede lamp
9
zijn. De code van de derde lamp moet
17
zijn. Volg deze regel om de start-
adrescode van elke verbonden lamp
in te stellen.
DMX-regeling
KAN Waarde Beschrijving
CH1 0-10
11-50
51-100 A2
18
NL
DMX512
1
wordt ingesteld, dan
Alle lampen uit
A1
om kleur te selecteren
om knipperend kleur
in te stellen
KAN Waarde Beschrijving
101-150 A3
151-200 A4
201-255 A5
CH2 CH2
is geldig wanneer CH1-waarde
11-50
0-39
40-49
50-59
60-69
70-79
80-89
90-99
100-109
110-119
120-129
130-139
140-149
150-159
160-169
170-179
180-189
190-199
8
ka-
200-209
210-255
CH3 0-255
CH4 0-255
CH5 0-255
CH6 0-255
CH7 0-255
CH8 0-255
om kleurverloop in te
stellen
om geluidsregel-
modus in te stellen
om stroboscoop-
modus in te stellen
is.
-
Rood
02
Groen
03
Blauw
04
Geel
05
Cyaan
06
Paars
07
Wit
08
Rood groen
09
Rood blauw
10
Rood wit
11
Groen blauw
12
Groen wit
13
Blauw wit
14
Rood groen wit
15
Rood blauw wit
16
Groen blauw wit
Rood groen blauw
Rood groen blauw wit
Snelheid regelen
(gebruik met CH1)
Algemene dimmer
(gebruik
CH5
tot CH8)
Rood
0-255 0-100
rode dimmer
Groen
0-255 0-100
groene dimmer
Blauw
0-255 0-100
blauwe dimmer
Wit
0-255 0-100
dimmer
17
18
19
%
%
%
% witte