GARANT GridLine laptop- en acculaadkast
4.2. BEOOGD GEBRUIK
Zwenkbereik van deuren vrijhouden, deuren en lades gesloten
houden.
Voor industrieel gebruik binnen. Gebruik op droge en vaste vloe-
ren.
Alleen gebruiken in technisch onberispelijke en bedrijfszekere
staat.
Met contactdozen type F.
4.2.1. Laptopkast
Voor het opladen van smartphone, tablet, laptop e.d.
Elk vak met 240 V-randaarde-contactdoos type F en USB 2.0-aan-
sluiting type A.
4.2.2. Acculaadkast
Voor het opladen van accu's.
Accu's alleen bij ingeschakelde ventilator laden.
Met 5-polige 400 V/16 A-stekker (3P+N+E) voor aansluiting op
contactdoos met driefasenstroom.
Wandverankering vereist.
4.3. ONJUIST GEBRUIK
Geen eigenmachtige ombouw en wijzigingen uitvoeren.
Niet gebruiken in omgevingen met explosiegevaar.
Niet op plaatsen met hoge stofconcentraties, brandbare gassen,
dampen of oplosmiddelen gebruiken.
Kast, lades en legborden niet overbelasten.
Niet in de kast, lades en op legborden staan of zitten.
Geen uitstekende voorwerpen op de kastbehuizing leggen.
4.3.1. Acculaadkast
Ventilator en ventilatiesleuven vrijhouden, niet afdekken.
Zekeringen niet overbruggen.
4.4. PERSOONLIJKE KWALIFICATIE
Specialist voor mechanische werkzaamheden
Specialist als bedoeld in deze documentatie zijn personen die ver-
trouwd zijn met opbouw, mechanische installatie, ingebruikne-
ming, verhelpen van storingen en onderhoud van het product en
over de volgende kwalificaties beschikken:
Kwalificatie/opleiding op het gebied van mechanica volgens de
nationaal geldende voorschriften.
Specialist voor elektrotechnische werkzaamheden
Elektrotechnicus als bedoeld in deze documentatie zijn bevoegde
personen met een geschikte vakopleiding, evenals de kennis en er-
varing voor het herkennen en voorkomen van gevaren die van elek-
triciteit kunnen uitgaan.
nl
Geïnstrueerde persoon
Geïnstrueerde persoon als bedoeld in deze documentatie zijn per-
sonen die zijn geïnstrueerd voor de uitvoering van werkzaamheden
op het gebied van transport, opslag en gebruik.
5. Opstellen
Opstellen op een horizontale, vaste ondergrond die voor maxi-
male belastbaarheid geschikt is.
Omgevingstemperatuur: -10 °C tot +40 °C.
5.1. ACCULAADKAST
Horizontale uitlijning met een waterpas controleren. Zo nodig
nivelleersokkel aanpassen [} Pagina 50] of onderlegwiggen
gebruiken.
Maat 1000/DE en 1250/DE: Ten minste vier cm afstand tussen
achterzijde van kast en wand aanhouden.
50
5.1.1. Nivelleersokkel aanpassen
A
LET OP
Beperkte belastbaarheid
Materiële schade door overbelasting van de nivelleersokkel.
» Bij gebruik van de nivelleersokkel rekening houden met verlaag-
de belastbaarheid van 500 kg.
» Vóór het aanpassen van de nivelleersokkel de kast volledig leeg-
maken.
» Schroefdraad van de nivelleersokkel niet volledig erin schroeven.
Schroefdraad 0,5 cm laten uitsteken.
ü Kast is volledig leeggemaakt.
1. Onderste legborden aan de zijgaten optillen en uit de kast ver-
wijderen.
VOORZICHTIG! Snijgevaar. Veiligheidshandschoenen dra-
gen.
2. Vier stelvoeten binnen in de kast met sleutel voor 5 mm binnen-
zeskantbouten instellen.
3. Horizontale stand met een waterpas controleren.
4. Procedure herhalen tot de kast volkomen waterpas staat.
5.1.2. Wandverankering
B
Geldig voor: Acculaadkast. Verankering met minstens twee personen
i
uitvoeren.
VOORZICHTIG
Kantelende kast, montagewagen of stelling
Gevaar voor letsel aan handen, voeten en lichaam.
» Kast beslist beveiligen tegen kantelen.
» Voetbescherming, veiligheidshandschoenen dragen.
» Werkstukken niet onbeveiligd opslaan.
» Niet meerdere lades tegelijkertijd openen.
» Bij transport geen voorwerpen op de bovenzijde van de behui-
zing leggen.
» Zware voorwerpen langzaam neerzetten.
» Alleen met gesloten, vergrendelde lades en kastgedeelte duwen
of transporteren.
» Maximale draagvermogens in acht nemen.
LET OP
In de wand aangebrachte leidingen en buizen
Beschadigingen aan leidingen en buizen.
» Wand vóór het boren op voldoende belastbaarheid controleren.
» Geschikt boorgereedschap en -materiaal gebruiken.
» Geschikte veiligheidsuitrusting gebruiken.
» Boringen door vakpersoneel laten uitvoeren.
» Geen boringen uitvoeren in de directe nabijheid van leidingen of
buizen.
ü Afhankelijk van de aard van de wand geschikte pluggen en
schroeven gebruiken.
ü Vloer heeft voldoende belastbaarheid.
1. Boringen via de gaten in de achterzijde van de kast aftekenen
en de kast verplaatsen.
2. Boringen in de wand aanbrengen, pluggen plaatsen en kast aan
de wand vastschroeven.
6. Montage
VOORZICHTIG
Montagewerkzaamheden
Gevaar voor beknelling van voeten en handen tijdens montage-
werkzaamheden en bij het sluiten van lades.
» Voetbescherming, veiligheidshandschoenen dragen.
» Voor een stabiele stand op een schone, horizontale ondergrond
zorgen.
» Opbouw met behulp van twee personen.
Handleiding