4
Instellingen personaliseren voor uw woning
Uitleg van de werking van de stand Legionellapreventie
• Op het tijdstip dat is ingevoerd door de installateur wordt de "Start tijd"-stroom van
nuttige warmte uit het systeem omgeleid om het water in de SWW-tank te verwarmen.
• Wanneer de temperatuur van het opgeslagen water de "Temperatuur SWW", die
is ingesteld door de installateur (boven de 65 °C), overschrijdt, wordt het water
van het primaire circuit niet langer omgeleid om de SWW-tank te verwarmen.
• Zolang de stand LP in werking is, wordt er geen warm water naar het circuit
voor ruimteverwarming/-koeling geleid.
• Direct na de werking van stand LP, wordt "Duur van max.temperatuur" in werking
gesteld. De duur van deze functie wordt ingesteld door de installateur en tijdens
de werking ervan wordt de temperatuur van het opgeslagen water gemonitord.
• Als de temperatuur van het opgeslagen water daalt tot de temperatuur voor
het herstarten van de stand LP, wordt de stand LP opnieuw gestart en wordt
de primaire waterstroom van de warmtebron(nen) naar de SWW-tank geleid
en wordt de temperatuur opgevoerd. Wanneer de ingestelde tijd voor Duur
van max.temperatuur is verstreken, zal de stand LP niet terugkeren voor de
ingestelde interval (ingesteld door de installateur).
• Het is voor de verantwoordelijkheid van de installateur ervoor te zorgen dat de
instellingen van de Legionellapreventie voldoen aan de lokale en nationale richtlijnen.
N.B In de LP-modus wordt met elektrische verwarmingstoestellen (indien
aanwezig) de energie-invoer van de warmtepomp aangevuld. Het gedurende
lange tijd verwarmen van water is niet efficiënt en zal de bedrijfskosten doen
toenemen. De installateur moet ruime aandacht besteden aan de noodzaak
van legionellapreventie maar er mag geen energie worden verspild aan
het gedurende al te lange perioden opwarmen van opgeslagen water. De
eindgebruiker moet het belang van deze functie inzien.
HOUD U ALTIJD AAN DE LOKALE EN NATIONALE VOORSCHRIFTEN IN
UW LAND TEN AANZIEN VAN LEGIONELLAPREVENTIE.
Geforceerd SWW
Met de functie Geforceerd SWW wordt het systeem gedwongen te werken in
de SWW-modus. In de normale bedrijfsstand wordt het water in de SWW-tank
verwarmd tot de ingestelde temperatuur of gedurende de maximale SWW-tijd,
welke van de twee zich het eerst voordoet. Als er echter een grote vraag naar warm
water is, kan met behulp van de functie "Geforceerd SWW" worden voorkomen dat
het systeem vanzelf overschakelt op ruimteverwarming/-koeling en kan verwarming
van de SWW-tank worden voortgezet.
Geforceerde SWW-werking wordt geactiveerd door op knop F1 en de knop
Terug te drukken in het "Optiescherm". Na de SWW-werking keert het systeem
automatisch terug in de normale bedrijfsstand. U kunt de geforceerde SWW-
werking eindigen door de knop F1 ingedrukt te houden in het "Optiescherm".
Verwarming/Koeling
De verwarming/koeling-menu's hebben betrekking op verwarming/koeling met
behulp van een radiator, fan-coil of vloerverwarming/-koeling afhankelijk van de
installatie.
Er zijn 3 verwarmingsmodi
• Ruimtetemp verwarmen (Auto-adaptatie) (
• Voorlooptemp verwarmen (
)
• Compensatiecurve verwarmen (
• Voorlooptemp koelen (
)
<Ruimtetemp verwarmen (Auto-adaptatie)>
Deze modus wordt in detail uitgelegd in het hoofdstuk "Overzicht van de
bedieningsfuncties" (bladzijde 4).
<Voorlooptemp>
De temperatuur van het water dat in het verwarmingscircuit wordt gevoerd, wordt
door de installateur optimaal afgesteld volgens het verwarmings-/koelsysteem en
de wensen van de gebruiker.
Uitleg van de compensatiecurve
In het late voorjaar en de zomer is er gewoonlijk minder vraag naar
ruimteverwarming. Door middel van de compensatiecurve kan worden voorkomen
dat de warmtepomp al te hoge voorlooptemperaturen voor het primaire circuit
produceert, kan een zo hoog mogelijke efficiency worden behaald en kunnen de
bedrijfskosten worden verlaagd.
Met de compensatiecurve wordt de voorlooptemperatuur van het primaire circuit
voor de ruimteverwarming beperkt afhankelijk van de buitentemperatuur. De FTC
gebruikt informatie van zowel de sensor voor de buitentemperatuur als van een
temperatuursensor op de levering van het primaire circuit om ervoor te zorgen
dat de warmtepomp niet al te hoge voorlooptemperaturen produceert als de
weersomstandigheden daar niet om vragen.
Uw installateur stelt de parameters in volgens de lokale omstandigheden en het
type ruimteverwarming in de woning. Normaal hoeft u deze instellingen niet te
wijzigen. Merkt u na enige tijd echter dat uw woning te weinig of te veel wordt
verwarmd, contacteer dan uw installateur om uw systeem te laten controleren op
eventuele problemen en deze instellingen eventueel te wijzigen.
)
)
SWW-tank temp.
Stoppen
Stop temp.
Legionella
Temperatuur SWW
Herstart temp.
Ruimte
Start
verwarming/
Stand LP
koeling
Duur van max.temperatuur
(Stand LP: Legionellapreventiestand)
: Debiettemperatuur
: Buitentemperatuur
Stoppen
Herstart
Einde
Stand LP
stand
Tijd
10