OBJ_BUCH-100-003.book Page 98 Thursday, March 6, 2008 10:50 AM
98 | Nederlands
Kanten- en vormfrezen
Bij het kanten- en vormfrezen zonder parallelge-
leider moet het freesgereedschap zijn voorzien
van een pen of lager.
– Geleid het ingeschakelde elektrische gereed-
schap van opzij naar het werkstuk tot de pen
of het lager van het freesgereedschap tegen
de te bewerken rand van het werkstuk ligt.
– Geleid het elektrische gereedschap met bei-
de handen langs de rand van het werkstuk.
Let er daarbij op dat het gereedschap onder
de juiste hoek op het werkstuk ligt. Te sterke
druk kan de rand van het werkstuk beschadi-
gen.
Frezen met parallelgeleider (zie afbeelding K)
Duw de parallelgeleider 36 met de geleidings-
stangen 37 in de voetplaat 12 en draai deze met
de vleugelschroeven 42 overeenkomstig de ver-
eiste maat vast. Met de vleugelschroeven 38 en
39 kunt u de parallelgeleider bovendien in de
lengte instellen.
Met de draaiknop 40 kunt u na het losdraaien
van beide vleugelschroeven 38 de lengte fijn in-
stellen. Een slag komt daarbij overeen met een
verstelweg van 2,0 mm. Een van de maatstreep-
jes op de draaiknop 40 komt overeen met een
verandering van de verstelweg van 0,1 mm.
Met de aanslaglijst 41 kunt u het effectieve aan-
legvlak van de parallelgeleider veranderen.
Geleid het ingeschakelde elektrische gereed-
schap met gelijkmatige voorwaartse beweging
en zijwaartse druk op de parallelgeleider langs
de rand van het werkstuk.
Frezen met freescirkel (zie afbeelding L)
Voor ronde freeswerkzaamheden kunt u de free-
scirkel/geleiderrailadapter 43 gebruiken. Mon-
teer de freescirkel zoals op de afbeelding ge-
toond.
Draai de centreerschroef 48 in de schroefdraad
van de freescirkel. Plaats de schroefpunt in het
middelpunt van de te frezen cirkelboog en let er
daarbij op dat de schroefpunt in het materi-
aaloppervlak grijpt.
Stel de gewenste radius grof in door de freescir-
kel te verschuiven en draai de vleugelschroeven
45 en 46 vast.
1 609 929 R32 | (6.3.08)
Met de draaiknop 47 kunt u na het losdraaien
van de vleugelschroef 46 de lengte fijn instellen.
Een slag komt daarbij overeen met een verstel-
weg van 2,0 mm. Een van de maatstreepjes op
de draaiknop 47 komt overeen met een verande-
ring van de verstelweg van 0,1 mm.
Geleid het ingeschakelde elektrische gereed-
schap met de rechter handgreep 15 en de greep
voor de freescirkel 44 over het werkstuk.
Frezen met geleidingsrail (zie afbeelding M)
Met behulp van de geleidingsrail 50 kunt u in
een rechte lijn frezen.
Om het hoogteverschil te compenseren, dient u
de afstandsplaat 49 te monteren.
Monteer de freescirkel/geleidingsrailadapter 43
zoals in de afbeelding getoond.
Bevestig de geleidingsrail 50 op het werkstuk
met geschikte spanvoorzieningen, bijvoorbeeld
lijmklemmen. Plaats het elektrische gereed-
schap met de gemonteerde geleidingsrailadap-
ter 43 op de geleidingsrail.
Frezen met kopieerhuls
(zie afbeeldingen N–R)
Met de kopieerhuls 54 kunt u omtrekken van
modellen of sjablonen op werkstukken over-
brengen.
Als u de kopieerhuls 54 wilt gebruiken, dient u
eerst de kopieerhulsadapter 52 in de glijplaat 14
te plaatsen.
Plaats de kopieerhulsadapter 52 van boven op
de glijplaat 14 en draai deze vast met de twee
bevestigingsschroeven 51. Let erop dat de ont-
grendelingshendel voor de kopieerhulsadapter
53 vrij kan bewegen.
Kies afhankelijk van de dikte van de sjabloon of
het model een geschikte kopieerhuls. Vanwege
de uitstekende hoogte van de kopieerhuls moet
de sjabloon een minimumdikte van 8 mm bezit-
ten.
Bedien de ontgrendelingshendel 53 en zet de
kopieerhuls 54 van onderen in de kopieer-
hulsadapter 52. De codeernokken moeten daar-
bij merkbaar in de uitsparingen van de kopieer-
huls vastklikken.
Bosch Power Tools