16. Handleiding voor de gebruiker
Instructies voor gebruik
◆ Controleer het aandrijfsysteem om vast te stellen,
of het zich bij het eerste gebruik van de garage-
poortaandrijving licht beweegt.
◆ Controleer na enige gebruikstijd regelmatig
of de poort bij het openen/sluiten horizontaal
blijft en of de veer voldoende kracht heeft om
de poort op te rollen. Smeer alle beweeglijke
onderdelen regelmatig met een geschikte hoeveel-
heid smeermiddel.
◆ In het geval van een stroomuitval kunt u aan de
noodontgrendeling trekken en de poort met de
hand vrij bewegen.
1. Bij een stroomuitval stopt
de poort zijn beweging.
Normaal bedrijf
◆ Afstandsbediening
Door op de eerder ingestelde toets van de hand-
zender te drukken, kan de poort geopend, ge-
sloten, of stilgezet worden.
◆ Handmatige bediening
Bij een stroomuitval kan de poort met de hand
geopend of gesloten worden, zodra de aandrijving
afgekoppeld is, zie pagina 36.
2. Druk op een willekeurige
toets van de handzen-
der, zodra deze weer op
het stroomnet aange-
sloten is. De poort gaat
open.
◆ Als de stroom weer beschikbaar is, kunt u de
handzender of de muurconsole bedienen, de
noodontgrendeling vergrendelt zich automatisch
weer.
◆ De poort kan daarna weer met de handzender
of de muurconsole bediend worden.
3. In overeenkomst met het
programmageheugen
gaat de poort omhoog
tot de bovenste eindpo-
sitie en blijft dan staan.
NL
37