Reiniging & Onderhoud - Outwell APPETIZER DUO 650783/220V1-GB Mode D'emploi

NL: GEBRUIKSAANWIJZING
1. Hoe u uw gasbarbecue op een gasfles moet aansluiten, hangt af van het model dat u hebt gekocht.
Lees de onderstaande instructies voor uw Appetizer Duo-model.
Appetizer Duo (650783):
Om uw gasfornuis te kunnen gebruiken, moet u een lpg-gasfles, een drukregelaar en een slang
aanschaffen. Het soort gas kan butaan of propaan zijn. De drukregelaar moet op de gekozen gasfles
passen en een toevoerdruk van 28-30 mbar leveren als het om butaangas gaat. 30 of 37 mbar als het om
propaangas gaat. De slang moet zowel op de drukregelaar als op het gasfornuis passen. Het gasfornuis
kan worden gebruikt met 8mm ID of 10/11mm ID.
a) Als uw slang een binnendiameter van 8 mm heeft, duwt u de slang over de eerste geribbelde helft
van de slangpilaar (4).
b) Als uw slang een binnendiameter van 10/ 11 mm heeft, duwt u de slang helemaal over het
geribbelde deel van de slangpilaar (4).
a) b)
De slang moet handvast plus een kwartslag worden aangedraaid.
Appetizer Duo – DE (650784):
Om uw gasfornuis te kunnen gebruiken, moet u een lpg-gasfles en een drukregelaar aanschaffen (de
slang is meegeleverd met uw gasbarbecue). Het soort gas kan butaan of propaan zijn. De drukregelaar
moet op de gekozen gasfles passen en een toevoerdruk van 50 mbar leveren. De slang moet zowel op
de drukregelaar als op het gasfornuis passen. Het gasfornuis is voorzien van een ¼-inch linksdraaiende
schroefdraad.
De meegeleverde slang van 80 cm is voorzien van ¼-inch linksdraaiende schroefdraad en kan
rechtstreeks op de gasinlaataansluiting worden geschroefd.
De slang moet handvast plus ¼ slag worden aangedraaid.
2. Zodra u uw gasfornuis op een gasfles hebt aangesloten, plaatst u de gasfles aan de zijkant van
uw gasfornuis. Houd er rekening mee dat de fles uit de buurt van warmte en in een veilige en
rechtopstaande positie moet worden bewaard.
3. Bevestig de drukregelaar op de juiste manier aan de kraan van de gasfles (raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die bij de drukregelaar is geleverd).
4. Controleer altijd alle verbindingen met zeepsop op lekken.
GEBRUIK NOOIT EEN OPEN VLAM OM TE CONTROLEREN OP LEKKEN.
28
NL: GEBRUIKSAANWIJZING
De branders aansteken:
1. Houd een brandende lucifer of een aansteker zeer dicht bij de brander (2) en open langzaam het gas
door de betreffende regelknop (5) en symbool "•" tegen de klok in te draaien.
2. Als de brandervlam aan is, draait u de regelknop(pen) (5) met de klok mee om de vlam-/warmte-
intensiteit te verminderen of te doven, en tegen de klok in om de vlam-/warmte te verhogen.
3. Voor een optimaal rendement moet de diameter van de vlam overeenkomen met de grootte van de
pan die wordt gebruikt.
4. Voor een gelijkmatige vlam moet het toestel zo worden geplaatst dat de wind loodrecht op de
gasstroom staat en de vlam niet langs de branderbuizen blaast. Als dat wel het geval is, verplaatst u
het toestel naar een van de wind afgeschermde plaats.
WAARSCHUWING: Sluit na gebruik de gastoevoer af op de gasfles.
3. DE GASFLES VERWISSELEN
• Schakel het toestel volledig uit. Wees voorzichtig, de gasfles kan heet zijn.
• De gasfles moet worden verwisseld op een goed geventileerde plaats, bij voorkeur buiten, uit de
buurt van eventuele ontstekingsbronnen, zoals open vuur, waakvlammen, elektrische haarden en uit
de buurt van andere mensen.
• Controleer de afdichtingen voordat u een nieuwe gasfles op het toestel aansluit. Volg de
gebruiksaanwijzingen van de gasfles en de gasdrukregelaar.
• Voor informatie over het veilig aansluiten van een nieuwe gasfles op het toestel leest u het gedeelte
'MONTAGE EN WERKING' .
• Als het toestel een lek vertoont (een gaslucht), sluit u de gastoevoer af en brengt u het toestel
onmiddellijk naar buiten naar een goed geventileerde plaats zonder vlammen waar het lek kan
worden opgespoord en gestopt. Als u het toestel op lekken wilt controleren, doe dat dan buiten.
Probeer geen lekken op te sporen met een vlam, gebruik zeepsop.
4. REINIGING & ONDERHOUD
• Zorg dat het toestel is afgekoeld voordat u het reinigt
• Controleer de goede werking van het systeem voor het aansluiten/afkoppelen van gasflessen.
• Controleer de algemene toestand van het toestel visueel en reinig het indien nodig.
• Als het toestel enige tijd niet is gebruikt, controleer dan voor gebruik de ontluchtingspijpen op
spinnenwebben of andere verstoppingen.
• Gebruik een staalborstel, staalwol of een schuurspons om het rooster (6) schoon te maken.
• De binnenzijde van het deksel van de behuizing van het toestel moet met heet zeepwater worden
afgewassen. Droog het meteen af.
• Controleer visueel of de venturi's niet verstopt zijn door vuil. Maak ze zo nodig schoon.
• Als de branderpoorten verstopt raken, gebruik dan geen metalen voorwerp om ze te reinigen.
• Als u een gaslek of een defect vermoedt, stop dan onmiddellijk met het gebruik, doof het vuur en
koppel de gasfles af.
• Controleer alle verbindingen met zeepsop op lekken. GEBRUIK NOOIT EEN OPEN VLAM OM TE
CONTROLEREN OP LEKKEN.
• Als de gasdruk daalt of u het gas niet kunt aansteken, controleer dan of er nog gas in de fles zit.
Als er nog gas in de fles zit, is de sproeier van het toestel mogelijk verstopt.
• Controleer de inspuitstukken op het toestel en maak ze schoon als ze verstopt zij
Inspuitstukken
29