•
Bevestig de stofadapter (24, afb. E) met de
schroeven (22) op bodemplaat (3).
•
Plaats de stofbuis (25) in de stofafvoer
(16 afb. F).
•
Plaats de slang van uw stofzuiger op de
stofbuis (25, afb. F).
Zorg voor een goed zicht op uw
werkstuk door de uitlaat achter de
machine te houden.
4. GEBRUIK
In- en uitschakelen (Afb. A1)
•
Schakel de machine in door de
ontgrendelingsknop (5) in te drukken en
vervolgens op de aan/uit-schakelaar (1) te
drukken.
•
Om de machine uit te schakelen, laat u de
aan/ uit-schakelaar (1) los.
Gebruikstips
•
Na het inschakelen van de machine dient u te
controleren of de machine de maximale
snelheid heeft bereikt voordat u het werkstuk
gaat bewerken.
•
Klem het werkstuk vast en zorg ervoor dat het
niet kan wegschieten wanneer u aan het
frezen bent.
•
Houd de machine stevig vast en beweeg het
gelijkmatig over het werkstuk. Druk niet op de
machine.
•
Gebruik geen frezen die tekenen van slijtage
vertonen. Versleten frezen hebben een negatief
effect op de efficiëntie van de machine.
•
Schakel na gebruik altijd eerst de machine uit
voordat u de stekker uit het wandcontact haalt.
Snelheidinstelling
De gewenste snelheid kan vooraf worden
ingesteld met de draaiknop. De snelheid kan ook
tijdens het frezen worden gewijzigd.
1 – 2 = lage snelheid
3 – 4 = gemiddelde snelheid
5 – 6 = hoge snelheid
Max = maximale snelheid
De gewenste snelheid is afhankelijk van het
materiaal en kan worden vast gesteld door een
test. Verder vereisen frezen met een grotere
diameter een lagere rotatiesnelheid.
Materiaal
Diameter
frezen
Hard hout
>20 mm
10 – 20 mm
<10 mm
Zacht hout
>20 mm
10 – 20 mm
<10 mm
Aluminium
>15 mm
<15 mm
Plastic
>15 mm
<15 mm
Na langdurige perioden gewerkt te hebben met
lage snelheden, dient u de machine te laten
afkoelen door het een paar minuten - zonder
belasting - op een hoge snelheid te laten draaien.
Hoogte-instelling van de freeskolom
Afb. G+A1
De klemhendel (11) wordt gebruikt om de
maximale hoogte mee in te stellen.
De freesdiepte is daarmee ingesteld. Dit is
gebruikelijk wanneer u de frees op een speciale
freestafel gebruikt.
Denk erom dat de freeskolom niet vergrendeld is.
De frees kan omlaag worden gedrukt, hierbij drukt
u de veren in.
Vergrendel de freeskolom met behulp van de
klemhendel.
De frees is nu vergrendelt en zal niet meer
omhoog veren.
De freesdiepte instellen
Afb. G+A1
De freesdiepte kan worden ingesteld met behulp
van de knoppen 8, 9, 11 en 15. Wanneer de
freesdiepte juist is ingesteld, kunt u de groef
uitfrezen met een nauwkeurigheid van minder
dan 0,1 mm.
Voorbereiding:
•
Plaats de gewenste frees in freeshouder.
De frees kan omlaag worden gedrukt, hierbij
drukt u de veren in.
•
Druk de machine omlaag totdat de frees het
hout aanraakt, vergrendel de kolom nu met de
klemhendel (11).
•
Draai knop 9 los.
•
Stel knop 15 in op nul.
•
Gebruik knop 8 om de diepte in de laagste
Snelheid
1 – 2
3 – 4
5 – max
1 – 3
3 – 6
5 – max
1
1 – 2
1 – 2
2 – 3
17