Nederlands
! De installatie moet worden uitgevoerd door een
Nl
bevoegde installateur en volgens de instructies van de
fabrikant.
!
Gebruik altijd handschoenen tijdens alle installatie-
en onderhoudswerkzaamheden.
lUCHTAFVoEr
(Voor afvoer afzuigkappen)
! Opening en afvoerbuis (doorsnede 150mm) voorbe-
reiden.
! De lengte van het afvoerkanaal moet zo kort mogelijk
zijn.
! Gebruik zo min mogelijk bochten (maximaal toegesta-
ne hoek: 90°).
! Vermijd grote verschillen in doorsnede.
! Gebruik een buis met een zo glad mogelijke binnen-
kant.
! Het gebruikte materiaal moet volgens norm zijn.
! De afvoer van de afzuigkap mag niet op het rookga-
safvoerkanaal (van CV-ketel, schorsteen of kachel)
worden aangesloten.
! Neem de lokale geldende voorschriften voor luchtafvo-
er in acht. Bovendien mag de af te voeren lucht niet
geëlimineerd worden via een gat in de muur, tenzij dit
gat uitdrukkelijk voor dit doel bestemd is. Verder mag
de lucht niet door een wandholte worden afgevoerd
mits deze niet hiervoor ontworpen of bestemd is.
! De installatieruimte moet van ventilatieopeningen wor-
den voorzien om negatieve druk te voorkomen (mag
niet boven 0,04 mbar); Als de afzuigkap tegelijkertijd
met andere elektrische toestellen (gas- of olie- of
koolgestookte ketels enz.) wordt gebruikt, ontstaat er
kans dat de rookgassen door de warmtebron worden
teruggezogen.
AFVoEr oF rECIrCUlATIE?
De afzuigkap is beschikbaar in verschillende afvoer of
recirculatie uitvoeringen. Beslis op voorhand welke
installatie u verkiest (afvoer of recirculatie). Voor een
grotere doeltreffendheid, is het raadzaam de aanzui-
gende kap te installeren (indien mogelijk). Voor het
beste rendement, is het raadzaam (indien mogelijk) een
afvoer afzuigkap te installeren.
Afvoer afzuigkap:
De kap filtert de afgezogen lucht en voert die af door
een afvoerbuis (doorsnede 150 mm).
recirculatie afzuigkap:
De kap filtert en recirculeert de gezuiverde lucht in de
binnenruimte. Nodig voor deze uitvoering: 1 deflector, 1
reductie, 1 koolstoffilter.
De spleetopeningen voor luchtafvoer moeten aan de
bovenkant van de schacht zijn.
22
BEdIENINGSElEMENTEN
MoTorSCHAKElAAr (A)
0 – Motor uit
1 – Motor aan op de 1
snelheid
ste
2 – Motor aan op de 2
snelheid
de
3 – Motor aan op de 3
snelheid
de
lICHTSCHAKElAAr (B)
0 – Licht uit
1 – Licht aan
oNdErHoUd.
! Stroomvoorziening uitschakelen alvorens de afzui-
gkap te reinigen of onderhouden
reiniging van de afzuigkap
WANNEER: minstens 1 keer in de 2 maanden reinigen
om brandgevaar te vermijden.
REINIGING VAN DE BUITENKANT: maak gelakte op-
pervlakken schoon m.b.v. een zachte doek, bevochtigd
met lauw water en neutraal reinigingsmiddel; Gebruik
specifieke reinigingsmiddelen bestemd voor RVS, koper
of messing.
REINIGING VAN DE BINNENKANT: gebruik een doek/
kwast gedrenkt in gedenatureerde ethylalcohol.
WAARSCHUWING: Gebruik geen schuur- of bijtende
middelen (zoals metaalspons, te harde borstel of agres-
sieve schoonmaakmiddel enz.)
Reiniging van de vetfilters
WANNEER: minstens 1 keer in de 2 maanden reinigen
om brandgevaar te vermijden.
AFNEMEN VAN DE FILTERS: ter hoogte van de han-
dgreep, de grendel naar achteren duwen en de filter
naar beneden trekken.
REINIGING VAN DE FILTERS: Was de filters met
de hand of in de vaatwasser met een neutraal reini-
gingsmiddel. De vaatwasser kan de kleur van de filters
iets doen vervagen; dit heeft echter geen invloed op de
goede werking van de filters.
B