Opbouw van het slang-/buisysteem
Fig. B Beschrijving
1
Slang (2 stuks)
2
Bevestigingsclip met zuignap (6 stuks)
3
U-stuk inlaat
4
Telescoopbuis
5
Aanzuigzeef
6
Schuimstofvoorfilter
7
U-stuk uitlaat
8
Sproeibuis
9
Eindsproeibuis (met afsluitstop)
BEDIENING
In- en uitschakelen
Het apparaat is ingeschakeld als de stekker in een stopcontact is gestoken. Het
is uitgeschakeld (geen stroom) als de stekker uit het stopcontact is getrokken.
Bedieningselementen
Fig. C
Beschrijving
1
Afsluithendel
Stand omhoog: Afsluitventiel open. Watercirculatie aan.
Stand omlaag: Afsluitventiel gesloten. Watercirculatie uit.
Stand omlaag rechts: De slangadapter is ontgrendeld en kan naar
boven worden verwijderd.
2
Afsluitkranen
De doorstroomsnelheid kan worden geregeld met de afsluitkraan IN
(inlaat). De afsluitkraan OUT (uitlaat) moet altijd helemaal openstaan
als het filter in gebruik is.
3
Starthulpknop
Als er geen (of zeer weinig) water in het filterhuis zit, kan de
filterpomp het water niet laten stromen. Door meerdere keren op de
starthulpknop te drukken wordt er water in het filterhuis gepompt
en wordt het filter ontlucht.
NL
47