Afbeelding 3
BEVESTIGING VAN DE KOOKPLAAT
• De kookplaat wordt geleverd met een set
poten en schroeven om ze te bevestigen op
werkbladen met een dikte van 2 tot 4 cm.
• Draai de kookplaat om en monteer de
poten "a" op de voorziene plaatsen door de
schroeven "b" licht aan te draaien (Fig. 4).
• Plaats afdichting "c" (geleverd bij uw
kookplaat) op het werkblad aan de rand van
de inbouwopening.
• Leg de kookplaat in de opening door ze
correct te plaatsen.
• Plaats de poten "a" en draai de schroeven
"b" aan om te verzekeren dat de kookplaat
volledig geblokkeerd is.
Gebruik van het toestel
140 mm
Afbeelding 4
• Verwijder het stuk van de dichting dat over
de kookplaat hangt met gepast gereedschap.
AANSLUITING OP GAS
D i t t o e s t e l d i e n t g e ï n s t a l l e e r d e n
aangesloten te worden door een technicus
of een gekwalificeerd persoon en dit volgens
de geldende normen.
• Controleer of de voorwaarden voor het
verdelen van gas (aard en druk van het gas)
en de instellingen van het toestel compatibel
zijn met de aanduidingen op de kookplaat
(labels achteraan de kookplaat).
• De aansluiting op aardgas dient verplicht
uitgevoerd te worden met een flexibele
le i d i n g m e t m e c h a n i s c h o p z e t s t u k
(TFEM), in overeenstemming met de
geldende NF-normen. De instructies op
de gebruiksaanwijzing van de flexibele buis
met mechanisch opzetstuk (TEFM) moeten
nauwgezet nageleefd worden.
• Opmerking voor de LPG-aansluiting
(fles): Wanneer uw vakman kiest voor
een aansluiting met een opzetstuk (niet
meegeleverd bij het toestel), dient dit een NF-
certificaat te hebben en gebruikt te worden
in combinatie met een afdichtingsstrip
conform NF (niet meegeleverd bij het
b
a
C
c
NL
31