3
Leidingen traceren
Schakel het meetcircuit spanningsvrij. Afschermingen
!
in de kabel en in de omgeving (metalen afdekkingen,
metalen staanders enz.) verminderen de lokalisatiediepte
van de ontvanger.
Sluit de kabelklemmen (9) aan op
de gewenste leiding. Zoek vervolgens
met behulp van de ontvanger en
ingedrukte testmodus-toets (14)
de leiding.
Stel het signaal bij de ontvanger in
op het hoogste volume (13) om de
maximale meetdiepte te bereiken.
Als u een enkele leiding wilt volgen, verbindt u de rode
klem met de gezochte leiding en de zwarte klem met
!
de massa (aardleiding of afscherming).
Bij de aansluiting op twee signaalleidingen in één kabel
is het signaal zwakker.
4
Lokaliseren van LAN-kabels
Sluit de RJ 45-adapter (8) aan op een
netwerkdoos. Zoek vervolgens met
behulp van de ontvanger en ingedrukte
testmodus-toets (14) de leiding.
!
Onderbreek alle netwerk-
verbindingen om storingen
te vermijden.
20
NL