Publicité
DEUTSCH
Außenluftanschluss –
Kat.nr. 51012164
Der Außenluftanschluss umfasst
folgende Komponenten (Abb. 1).
1
Abdeckung:
2
Schlauchklemme:
3
Flexibler Aluminiumschlauch:
4
Isolierschicht
Installation (Abb. 1)
Bei korrekter Installation des Außenluftanschlusses Ø100
(Schlauchklemme festziehen) wird dem Ofen stets die
erforderliche Luftmenge für eine optimale Verbrennung
zugeführt.
Vermeiden Sie Knicke in den Schläuchen.
Die Schläuche dürfen nicht zusammengepresst werden.
Ein Gefälle zur Außenwand der Konstruktion ist von Vorteil.
•
Stellen Sie eine Wandöff nung für den Außenluftanschluss
her. Die Öff nung darf nicht zu groß sein, damit die Abdeckung
(1) noch vollständig darüber passt.
•
Öff nen Sie die Lamelleneinheit in der Abdeckung (1). Siehe
Abb. 2.
•
Versehen Sie den fl exiblen Schlauch (3) mit der Isolierschicht
(4). Dies wird empfohlen, um eine Kondensatbildung an der
Schlauchaußenseite zu verhindern.
•
Führen Sie Isolierschicht und fl exiblen Schlauch durch die
Öff nung in der Außenwand (Abb. 3). Siehe Abb. 4.
•
Befestigen Sie den Innenteil der Abdeckung mithilfe der
beiliegenden Schlauchklemme am fl exiblen Schlauch (Abb.
5).
•
Passen Sie die Länge von Schlauch und Isolierung an.
Sichern Sie das andere Ende per Schlauchklemme am
Ofen. (Hinweise zur Befestigung am Ofen entnehmen Sie
dem separaten Handbuch.)
•
Befestigen Sie den Innenteil der Abdeckung mit Schrauben,
die für das Material der Außenwand geeignet sind. Siehe
(Abb. 6 und 7).
•
Bringen Sie die Lamelleneinheit am Außenteil der Abdeckung
an. (Die Lamellen müssen nach unten gewinkelt sein.) Siehe
Abb. 8. Abb. 9/10 zeigt den Endzustand.
Hinweis: Sorgen Sie in den Bereichen um die Verbindungen
für eine ausreichende Isolierung. Unzureichend isolierte Kanäle
können Kondensatbildung und Undichtigkeiten bewirken. Stellen
Sie sicher, dass die Kanäle so installiert werden, dass sich in
den Vertiefungen kein Kondensat bilden kann. Aluminiumkanäle
dürfen nicht in Kontakt mit Beton, Leca, Zement oder
chlorhaltigen Materialien kommen.
NEDERLANDS
Externe luchtaansluiting –
cat. nr. 51012164
De externe luchtaansluiting bestaat uit de
volgende onderdelen (fi g. 1)
Anz. 1
Deel 1 Schoorsteenkap:
Anz. 2
Deel 2 Slangklem:
Anz. 1 1 m
Deel 3 Aluminium fl exi-slang:
Anz. 1 1 m
Deel 4 Isolatiehulsel
Installatie (fi g. 1)
Wanneer de externe luchtaansluiting Ø100 juist is geïnstalleerd
(d.w.z. de slangklem is vastgeklemd), krijgt de kachel altijd de
lucht die nodig is voor een correcte verbranding.
Zorg ervoor dat er geen knikken in de slangen zitten.
De slangen moeten dusdanig worden geplaatst dat ze niet
worden platgedrukt.
Het beste is om de aansluiting schuin naar de buitenwand van
de constructie te laten afl open.
•
•
•
•
•
•
•
•
NB! Breng voldoende isolatie aan rondom de verbindingen.
Slecht geïsoleerde leidingen kunnen condensatie en lekkages
veroorzaken. Zorg ervoor dat de leidingen dusdanig worden
geïnstalleerd dat er zich geen condensatie ophoopt op bepaalde
plekken. Aluminium leidingen mogen niet in contact komen met
beton, Leca, cement of materialen die chloor bevatten.
Maak een gat in de wand op de plek waar u de externe
luchtaansluiting wilt hebben. Zorg ervoor dat het gat niet zo
groot is dat de schoorsteenkap (deel 1) het gat niet bedekt.
Verwijder het rooster schuin uit de schoorsteenkap (deel
1). Zie fi g. 2.
Pak de flexi-slang in (deel 3) met het isolatiehulsel
(onderdeel 4). Dit wordt aanbevolen om condensatie aan
de buitenkant van de slang te voorkomen.
Steek het isolatiehulsel en de fl exi-slang door het gat in de
buitenwand (fi g. 3). Zie fi g. 4.
Bevestig de binnenkant van de schoorsteenkap aan de fl exi-
slang met de slangklem (fi g. 5).
Pas de lengte van de slang en de isolatie aan en bevestig
vervolgens het andere uiteinde aan de kachel met behulp van
een slangklem. (Zie de aparte handleiding voor bevestiging
aan de kachel.)
Maak de binnenkant van de schoorsteenkap vast met
schroeven die voor het materiaal in de buitenwand zijn
ontworpen. Zie (fi g. 6 en 7).
Installeer het rooster in de externe schoorsteenkap. (De
louvres in het rooster dienen omlaag te worden gebogen.)
Zie fi g. 8. In fi g. 9/10 ziet u het eindresultaat.
aantal 1
aantal 2
aantal 1 1 m
aantal 1 1 m
7
Publicité
