Opbouw Omkasting; Luchttoevoer; Aanvoer Verse Lucht - iFire iGreen L1050/735 Manuel D'installation, D'utilisation Et D'entretien

2.2.3 Opbouw omkasting

Gebruik steeds hittebestendige plaat materialen of evenwaardig of metselwerk als constructiemateriaal voor de
opbouw. Vermijd dat constructieonderdelen zoals bv. metalstud of lintelen boven de haard geplaatst worden.
Deze houden de warmte tegen en kunnen zorgen voor te hoge temperaturen in de ombouw en bijgevolg voor
oververhitting van het toestel (zie waarborgbepalingen).
Nooit constructieve delen, metselwerken of vuurvaste producten (platen) laten steunen op of tegen de haard.
Uw constructie rond de haard moet steeds onafhankelijk gemonteerd worden t.o.v. de haard. De haard moet
voldoende kunnen uitzetten.
Bij een afwerking in plaatmateriaal in hetzelfde vlak als het toestel plaatst u het horizontale constructie-element
min. 20 cm boven de haard (U-vorm met opening naar boven).
Wanneer het toestel dieperliggend geplaatst wordt, laat u langs de bovenzijde van het toestel 10 mm spatie tussen
het toestel en de afwerking, bovenaan de mantel dient een evacuatie te worden voorzien dit in de vorm van een
rooster of opening in de mantel.
Zo niet zou de haard ernstig kunnen vervormen.
De haardwand moet steeds voorzien worden van een luchtrooster onder en bovenaan. Dit dient om een
luchtcirculatie op te wekken in de haardwand. Deze luchtcirculatie ook wel decompressielucht genoemd belet
oververhitting waardoor anders zware beschadiging kan optreden aan de haard. Daarom is het belangrijk om steeds
een ruimte van minimum 5 cm te voorzien rond het toestel om deze luchtstroom ongehinderd te laten circuleren.
Deze luchtinlaat moet minimaal 400 cm² zijn, de uitlaat bovenaan moet identiek of groter zijn van deze inlaat.
2.3

LUCHTTOEVOER

De iGREEN liftdeurhaarden hebben drie verschillende soorten luchttoevoeren nodig om op een correcte manier te
kunnen werken. De'verbrandingslucht' zorgt voor de verbranding van het hout. Dit moet, bij een liftdeursysteem,
altijd verse buitenlucht toevoer zijn. De 'convectielucht' zorgt voor de verwarming van de woning.
De 'decompressielucht' gaat de oververhitting van het toestel en de schouwmantel tegen.
2.3.1 Aanvoer verse (buiten)lucht
Het is verplicht om het toestel te plaatsen met rechtstreekse aansluiting op verse buitenlucht.
Dit dient te gebeuren eerst en vooral om veiligheidsredenen en ten tweede omdat dit binnen de strengste landen
van Europa reeds wet is.
Raadpleeg in elk geval uw dealer vooraleer te installeren zonder (rechtstreekse) aanzuig van buitenlucht!
De rechtstreekse aanvoer gebeurt onderaan (1) of achteraan (2) de haard en dient te worden aangesloten door
middel van een aluminiumf lexibel van Ø 150 mm op het uitmondstuk. De lengte van de buis mag maximum 8 m zijn
met één
bocht van 90° of 6 m met 3 bochten van 90°. De muurdoorvoer, met voldoende opening, wordt met een rooster
afgeschermd. Conform de DIN plus- norm is het toestel zo goed als hermetisch dicht. Door die aansluiting op verse
buitenlucht kan er dan ook geen confl ict optreden met een eventueel aanwezig balansventilatiesysteem.
(2)
(1)
Een goede ventilatie is uiterst belangrijk en onontbeerlijk.
- 12 -