3.2. Veiligheid
• Steek geen voorwerpen door de gleuven en openingen van het
apparaat. Dit kan kortsluiting of zelfs brand veroorzaken waardoor
het apparaat wordt beschadigd.
• Nieuwe apparaten geven de eerste uren soms een typische, onver-
mijdelijke, maar volstrekt ongevaarlijke geur af die na verloop van
tijd steeds minder wordt. Om de geuroverlast zoveel mogelijk te
beperken adviseren wij u de ruimte regelmatig te ventileren. We
hebben er bij de ontwikkeling van dit product voor gezorgd dat
we ruim onder de geldende grenswaarden zijn gebleven.
• Gebruik uitsluitend de meegeleverde netadapter. Probeer nooit de
netadapter aan te sluiten op een andere aansluiting. Hierdoor kan
schade ontstaan.
3.3. Plaats van opstelling
• Houd uw apparaten en alle componenten vrij van vocht en vermijd
stof, hitte en direct zonlicht om storingen te voorkomen. Gebruik
het apparaat niet in de open lucht.
• Zorg voor een geschikte omgevingstemperatuur.
• Plaats en gebruik alle onderdelen op een stabiele, vlakke en tril-
lingsvrije ondergrond zodat het apparaat niet kan vallen.
• Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan drup- of spat-
water. Plaats geen met vloeistof gevulde vazen of iets dergelijks
op het apparaat. Deze voorwerpen kunnen omvallen, waarbij de
vloeistof de elektrische veiligheid kan aantasten.
3.4. Omgevingstemperatuur
• Het apparaat kan worden gebruikt bij een omgevingstemperatuur
van 10 °C tot 30 °C en een relatieve luchtvochtigheid van 35% tot
80% (niet-condenserend).
• In uitgeschakelde toestand kan het apparaat worden opgeslagen
bij een temperatuur van -10 °C tot 60 °C en bij een relatieve lucht-
vochtigheid van 20% tot 80% (niet-condenserend).
DE
FR
NL
57 van 76