HET KLAARMAKEN VAN DE KETEL
De stroomtoevoer van de ketel afsluiten, het instrumenten-
bord openen waar de elektrische aansluitingen onderge-
bracht zijn (voor details wordt verwezen naar de installa-
tie- en gebruikershandleiding van de ketel). De ontvanger
in radiofrequentie kan geleverd worden (naargelang de
bestelde code en naargelang het model van de ketel) met
of zonder stekker plug&play. Het model zonder connector
wordt geleverd met aansluitingen voorzien van verbin-
dingsringen om de installatie te vergemakkelijken en te
versnellen.
Ontvanger met stekker plug&play
De stekker (4 pennen) van de ontvanger
plug - male
aansluiten aan de vrouwtjes-connector
aanwezig op de ketel (enkel aanwezig op
L
N
I O
bepaalde modellen van de ketel)
M
Ontvanger met aansluitingen voorzien van vrije verbin-
dingsringen
De uiteinden van de ontvanger koppelen aan de overeen-
komstige aansluitingen op de ketel, erop lettend dat de
elektrische eigenschappen tussen het beschikbare in de
ketel en de ontvanger compatibel zijn (zie paragraaf tech-
nische specifi caties). Een gebrek aan compatibiliteit brengt
NL
een slecht functioneren met zich mee en kan de installa-
tie in gevaar brengen. De blauwe en bruine aansluitingen
zijn voor de stroomtoevoer van de ontvanger (identifi ceren
indien aanwezig in ketel vrije hoogspanningsklemmen, of
buitenboord stroomtoevoer). De zwarte aansluitingen moe-
ten worden gekoppeld aan de aansluitklemmen van de ka-
merthermostaat ketel (verbindingsstrip verwijderen indien
aanwezig)
Blauw= stroomtoevoer 230 Vac = N neutraal
Bruin = stroomtoevoer 230 Vac = L fase
Zwart & Zwart = Kamerthermostaat (T.A.) = I-O
Zie afbeelding hiernaast voor de interne
L
N
I O
koppeling van de ontvanger relaiskant. Be-
kijk de volgende fi guur voor een typische
installatie.
M
Remove the bridge
Black RF wires connections
JP5
JP4
CN6
CN5
JP6
CN13
P1
P3
BELANGRIJK: De
moet worden verwijderd van de klemmen van de kamer-
thermostaat.
BELANGRIJK: De bekabeling van de ontvanger vastma-
ken samen met de andere kabels van de ketel om toeval-
lige scheuren van de draden te vermijden die de veiligheid
van de installatie in gevaar kan brengen.
INSTALLATIE VAN DE ONTVANGER
De ontvanger in de nabijheid van de ketel vastmaken vol-
gens de verschillende opties hierna beschreven:
1. Met behulp van de bijgeleverde bouten (in dit geval
92
230 V
N L
M3
CN12
1
JP3
JP2
JP1
P2
verbindingsstrip (indien aanwezig)
F
brown RF
blue RF