3. Veiligheid
- De installatie dient te worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien
- Stel het apparaat niet bloot aan vocht of ontvlambare materialen
- Maak het apparaat niet open: kans op een elektrische schok!
4. Installatie en instellingen
1. Zorg dat de AAN/UIT-schakelaar van de inverter in de stand UIT (O) staat.
2. Om de aansluitingen van de inverter te beveiligen tegen kortsluiting, moeten waar mogelijk
beschermkapjes worden aangebracht.
3. Sluit de zwarte kabel (-) aan op de zwarte aansluiting (-) aan de achterzijde van de inverter en op
de zwarte aansluiting (-) van de accu
4. Sluit de rode kabel (+) aan op de rode aansluiting (+) aan de achterzijde van de inverter en op de
rode aansluiting (+) van de accu
5. Voor een optimale beveiliging tegen kortsluiting is het raadzaam een in serie geplaatste zekering
(F1) aan te brengen bij de pluspool van de accu.
5. Gebruik
Inschakelen
1. Zorg dat de AAN/UIT-schakelaar van de inverter in de stand UIT (O) staat.
2. Sluit het te gebruiken apparaat aan op de AC-uitgang op de inverter, nadat u hebt gecontroleerd of
dit apparaat het maximale uitgangsvermogen van de inverter niet overschrijdt.
3. Zet de AAN/UIT-schakelaar in de stand AAN (I).
4. De voedingsindicator gaat groen branden en de AC-uitgang(en) levert (leveren) stroom. Bij
modellen met een display wordt bovendien het LCD-scherm ingeschakeld.
Meegeleverde
kabels
Accu
Carrosserie
inverter
AC
Inverter
auto
NL