Belangrijke Veiligheidsvoorschriften Voor Gazonmaaiers - OK. GM-931 Mode D'emploi Original

• Gebruik buiten alléén hiervoor speciaal
goedgekeurde verlengsnoeren.
• Houd de verlengkabel en/of het net-
snoer uit de buurt van de messen.
2.6 Belangrijke veiligheidsvoorschrif-
ten voor gazonmaaiers
• Altijd controleren of de ventilatie-ope-
ningen van de gazonmaaier niet zijn
verstopt.
• Controleer regelmatig de grasbak op
beschadigingen of slijtage. Vervang zo
nodig een beschadigde grasbak.
• Wanneer de gazonmaaier onverwacht
begint te trillen is dit een teken dat er iets
niet in orde is. Zet het apparaat dan on-
middellijk uit en onderzoek de oorzaak.
• Zorg dat het mes goed is gemonteerd
en controleer dit voor elk gebruik. Een
beschadigd mes moet worden vervangen
of gerepareerd. Draag handschoenen
wanneer je het mes vastpakt.
• Zorg dat het werkgebied altijd goed op-
geruimd is,het gazon vrij is van stenen,
takken en/of afval.
• Gebruik de gazon gazonmaaier bij voor-
keur niet als het gras nat is.
• Gebruik de gazonmaaier alleen met een
gemonteerde grasbak en het deksel
gesloten.
• Het uitgeworpen materiaal kan opspat-
ten en verwondingen veroorzaken.
• De grasbak alleen aanbrengen of ver-
wijderen als het apparaat volledig tot
stilstand is gekomen.
• Schakel de gazonmaaier niet in op een
ondergrond van grind, tegels, hout of
andere harde bodems. Bij verplaatsing
anders dan over gras moet het mes vol-
ledig tot stilstand zijn gekomen.
• Geleid het verlengsnoer tijdens het
gebruik via de kabeltrekontlasting en
snoergeleiders en vervolgens over je
schouder, zodanig dat het niet onder het
mes van het apparaat terechtkomt.
• Overbelast het apparaat niet. Schakel de
motor onmiddellijk uit als het mes door
een obstakel geblokkeerd wordt.
• Let erop dat er geen onbedoelde voor-
NL - Originele gebruiksaanwijzing
werpen onder de gazonmaaier terecht-
komen zoals: stenen,aarde, glas, metaal,
blikjes, etc. Deze voorwerpen kunnen het
mes van het apparaat beschadigen,bot
maken en eventueel de motor bescha-
digen.
• Steek je voet, hand of vingers niet onder
het apparaat of in de aansluiting van de
grasbak wanneer de stekker op de wand-
contactdoos is aangesloten.
• Zorg ervoor dat je tijdens de werkzaam-
heden,vooral op hellingen of vochtig gras
altijd stevig en goed in evenwicht staat.
• Maai geen steile hellingen. Maai hellin-
gen altijd dwars, nooit van boven naar
beneden en let op je evenwicht als je van
richting verandert.
• Gebruik geen hulpmiddelen om de ga-
zonmaaier voort te bewegen.
• Wees voorzichtig wanneer je achteruit-
loopt en bij het trekken van de gazon-
maaier.
• Houd je gezicht en lichaam op voldoende
afstand van de onderzijde en de uitwer-
popening.
• Het apparaat nooit starten in afgeslo-
ten of slecht geventileerde ruimten en
in aanwezigheid van gas, ontvlambare
vloeistoffen en poeders of andere ont-
vlambare of explosieve stoffen.
• De gazonmaaier uitsluitend bij goed licht
overdag of met een overeenkomstige
kunstmatige verlichting gebruiken.
• Duw de gazonmaaier altijd voorwaarts
en trek deze nooit naar het lichaam toe.
• Oefen geen overmatige kracht uit op de
gazonmaaier; laat de gazonmaaier zijn
werk doen met de snelheid waarvoor
hij is ontworpen. Beweeg niet te snel.
Duw het apparaat stapvoets tijdens het
gebruik.
• Kantel de gazonmaaier nooit bij het
starten, behalve wanneer dit beslist
nodig is bij het aanlopen van hoog gras.
Kantel het apparaat dan alleen voor
zover dat nodig is met de opgelichte zijde
van je afgekeerd. Houd te allen tijde de
handgreep met beide handen vast tot de
gazonmaaier terug op de grond is gezakt.
10