Table des Matières
Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
4. BEDIENING
Voer vóór het inschakelen controles uit!
Controleer de veilige toestand van het
apparaat:
• Controleer of er zichtbare defecten zijn.
• Controleer of alle onderdelen van het
apparaat stevig gemonteerd zijn.
4.1 Voor gebruik
• Plaats de pomp rechtop in het water of
laat de pomp in het water zakken met
behulp van een koord dat aan de hand-
3
greep
kan worden bevestigd. Laat
de pomp niet zakken via het netsnoer.
• Indien de ondergrond niet vlak is, moet
je de pomp op een vlakke ondergrond
(zoals een tegel) onder water opstellen.
• Zorg dat de pomp op het diepste punt
van het reservoir staat om zodoende
zoveel mogelijk vloeistof weg te kun-
nen pompen.
• De pomp heeft een werkruimte nodig
van minimaal 60 x 60 cm. Zorg ervoor
dat externe voorwerpen de openingen
van de zuigvoet
blokkeren.
• Zorg dat de vlotter
bewegen.
• Breng de drukslang aan op het gewenste
gedeelte van de slangadapter
ervoor dat deze niet kan losschieten.
• Risico op schade aan apparatuur!
De genoemde deeltjesgrootte (5 mm) is
niet van toepassing op grind of steen,
maar benoemd voor zachte materialen
die niet blijven hangen in de pomp of
slang.
• Bij het in gebruik nemen kunnen er
door de automatische ontluchting
luchtbellen uit de behuizing omhoog
komen. Dit is normaal.
4.2 Automatisch gebruik fig.
• Steek de stekker
doos. De pomp begint te werken mits
1
de vlotter
goed is geplaatst.
• Het op te pompen waterniveau kan
NL - Originele gebruiksaanwijzing
5
van de pomp niet
1
volledig vrij kan
2
en zorg
E
6
in de wandcontact-
worden ingesteld met behulp van de
positie waarop de hoogteregelaar
1
van de vlotter
geplaast. Zie fig.
• Door het snoer van de vlotter
de hoogteregelaar
je de inschakelhoogte regelen. Zie fig.
D
. Hoe korter het snoer tussen de
hoogteregelaar en de vlotter is
lager de inschakelhoogte en hoe hoger
de uitschakelhoogte is. Hoe langer de
afstand, hoe hoger de inschakelhoogte
en hoe lager de uitschakelhoogte.
Bij automatische werking dient de
lengte tussen de hoogteregelaar
vlotter
1
minimaal 10 cm te bedragen
D0
.
• Daarnaast kan je de hoogteregelaar
1
met vlotter
op verschillende posities
(
t/m
) op de dompelpomp plaatsen
D1
D5
wat ook invloed heeft op de inschakelen
uitschakelhoogte.
• Om ervoor te zorgen dat de pomp start
met functioneren, moet het minimale
start waterniveau ten minste 575 mm
zijn (zie technische specificaties).
• Wanneer het waterniveau de maximale
uitschakel hoogte van 95 mm heeft
bereikt slaat de pomp automatisch af.
4.3 Handmatig gebruik fig.
Voor een continue werking van de pomp
positioneer je de hoogteregelaar direct
1
tegen de vlotter
rechtop in de houder (zie figuur
Met deze stand kan je ook de restwater-
hoogte verminderen.
• Wij adviseren je om deze
stand alleen te gebrui-
ken wanneer er continu
toezicht is in verband met
risico op drooglopen.
• Wanneer het waterpeil onder het
minimum niveau is gekomen, wordt
geen water meer weggepompt, maar
de motor blijft wel draaien. Schakel de
pomp direct uit door de stekker uit de
wandcontactdoos te halen.
7
op de pomp wordt
D
1
door
7
te geleiden kan
D0
, hoe
7
F
en plaats deze
F
).
16
en
7
Publicité
Table des Matières
