E. Diodetest (Zie fi guur 5)
Schakel de stroom van het te testen circuit uit en ontlaadt alle hoogspannings conden-
satoren, om schade te voorkomen aan het meettoestel of te testen circuit. Het is aan te
raden geen metingen uit te voeren bij spanningen hoger dan DC 60V of AC 30V.
1. Steek het rode meetsnoer in de ingangsbus en het zwarte meetsnoer in de COM
meetbus.
2. Plaats de draaiknop in op het diode bereik en druk op de blauwe toets om de diode
test te selecteren.
3. Vervolg verbindt u het rode meetsnoer met de anode en het zwarte met de kathode
van de diode. De gemeten waarde wordt getoond op het display.
•
In een circuit zal een goede diode een voorwaartse spanningsval vertonen van
500~800mV. De omgekeerde spanningsval is afhankelijk van de weerstand van an-
dere stroomkringen tussen de meetsnoeren.
•
Als het LCD display "OL" affi cheert, verifi eer dan of de meting correct werd uitgevo-
erd: het rode meetsnoer aan de anode en het zwarte met de kathode. Het display zal
namelijk "OL" weergeven bij een onjuiste meting of bij een slechte diode.
F. Capaciteitsmeting (Zie fi guur 7)
Om schade aan de meter te voorkomen, schakel het te meten circuit uit en ontlaadt alle
hoogspanningscapaciteiten alvorens de meting te starten. Gebruik de DC voltage functie
om dit te verifi eren.
1. Plaats de draaiknop in de capaciteitsfunctie en druk op de blauwe drukknop om nF
te selecteren. Op dat moment zal het toestel een vaste waarde weergeven, wat de
interne capaciteitswaarde is. Bij nauwkeurige metingen van lage capaciteitswaarden,
moet de interne capaciteitswaarde van de waarde op het display worden afgetrokken.
Gebruik de functietoets relatieve waarde (REL) om dit op een eenvoudige wijze te
doen. (ca. 10nF)
2. Verbindt de meetsnoeren met het te meten circuit of gebruik de testclip om de capac-
iteit te meten. Dit is een meer correcte methode om een stabiele waarde te verkrijgen
bij het testen van capaciteiten.
3. Verbindt de meetsnoeren parallel met het te meten object. De gemeten waarde ver-
schijnt op het display.
23
®