Inbedrijfstelling - Unitec EIM-217 Mode D'emploi

Détecteur de fumée photoélectronique
Masquer les pouces Voir aussi pour EIM-217:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 9
• De rookmelder niet op plafondbalken monteren wanneer deze dikker dan 20 cm zijn.
Een minimum afstand van 50 cm aanhouden.
• De maximale inbouwhoogte van de geïnstalleerde rookmelder mag niet groter zijn dan 6 m. Bij inbou-
whoogten van meer dan 6 m moeten de rookmelders op meerdere niveaus gemonteerd worden.
• Verzekeren dat er een minimum afstand van 50 cm tot lampen en TL-buizen is.
• Maximaal controleoppervlak per rookmelder: 60 m²
• Bij grote vloeren mag de afstand van twee melders maximum 15 m bedragen. Rookmelders
mogen met een afstand van max. 7,5 m tot de voorkant van gangen gemonteerd worden.
• In ruimtes en gangen met breedten van minder dan 1m moet de rookmelder in het midden
aan het plafond gemonteerd worden.
• Lokale voorschriften moeten worden nageleefd.
6.
• Badkamers en ruimtes met hoge luchtvochtigheid
In welke ruimtes-
• Garages.
• Keukens. Rookmelders alleen in keukens plaatsen wanneer een minimum afstand van 4 meter
geen rookmelders
geïnstalleerd
tot het fornuis mogelijk is.
mogen worden
• In de buurt van verwarmingen, verwarmings-, koelings- en ontluchtingskokers.
• In de buurt van stookplaatsen en open haarden.
• In zeer stoffige ruimtes.
• In ruimtes waar de temperatuur tot onder -10°C daalt en tot boven +40°C stijgt.
i
• De montagesokkel met een draaiing in tegenovergestelde richting van de klok afnemen.
7.
Installatie en
• De montagesokkel met de meegeleverde schroeven op de gewenste montageplaats installeren.

inbedrijfstelling

• De batterij met de batterijclip 1 verbinden en de batterij vlak in het daarvoor voorziene
compartiment 2 leggen.
• De rookmelder op de montagesokkel plaatsen en de rookmelder met een draaiing in de richting
van de wijzers van de klok vergrendelen. Pas op: een montageblokkering 3 verhindert dat de
rookmelder zonder batterij in de montagesokkel geplaatst kan worden. Verzekeren dat de
batterij correct ingelegd is.
De rookmelder geeft een heel luid alarmsignaal. Houd hem daarom op een armlengte afstand
8.
Controle van de
als u op de testknop 4 drukt. Druk op de testknop totdat het LED-lampje in de testknop 4
werking
pulserend knippert en het alarm klinkt (het alarm klinkt 2-3x en stopt automatisch). Laat de
testknop los, zodra u het alarm hoort. Hierbij wordt getest of de elektronica, het alarm van de
melder en de batterij werken. Aangeraden wordt om het apparaat elke maand, na elke
batterijvervanging en na de ingebruikneming te testen.
9.
Als de batterij vervangen moet worden, wordt dit aangegeven door een pieptoon die om de 30
De batterij
tot 40 seconden te horen is. Vanaf dit tijdstip werkt de melder nog slechts enkele dagen volledig.
vervangen
i
batterij dient de batterij vervangen te worden. Vervang de batterij alleen door een identiek of
gelijkwaardig batterijtype (zie ook de technische gegevens). Gebruik geen accu's of netadap-
ters. Deze kunnen een verkeerd alarm of het uitvallen van de melder teweeg brengen.
10.
De rookmelder voert om de 30 tot 40 seconden een zelftest uit. Dit herkent u aan het kort
oplichten van het LED-lampje in de testknop 4.
Zelftest
Deze alarmmelder is voor de veiligheid. De alarmmelder kan echter onder bepaalde
omstandigheden niet geactiveerd worden of een fout alarm geven.
Afhankelijk van het ingezette batterijtype kan de tijd van het nog goed functioneren na de
aanduiding dat de batterij bijna leeg is verschillen. Bij de eerste aanduiding van een lege

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières