Inleiding
De Vetus uitlaatsysteem-onderdelen zijn uitsluitend geschikt om
te worden toegepast in watergeïnjecteerde uitlaatsystemen.
De maximale continue gebruikstemperatuur van de kunststof
delen van de uitlaat systemen is 70˚C.
De waterlocks MGS en MGL zijn verkrijgbaar met de volgende
inlaataansluitingen: 45˚ omhoog (standaard), 30˚ omhoog
(op aanvraag), 15˚ omhoog (op aanvraag) en horizontaal (op
aanvraag).
• Pas een temperatuuralarm toe om een te hoge
uitlaatsysteemtemperatuur te signaleren.
• Indien om de tegendruk in het uitlaatsysteem te
verlagen de hoeveelheid geïnjecteerd koelwater wordt
vermindert dient gecontroleerd te worden dat er
tijdens stationair draaien van de motor toch voldoende
water geïnjecteerd wordt. Een te hoge temperatuur
van het uitlaatsysteem wordt hiermee voorkomen.
• Ook als de menging van het koelwater met de
uitlaatgassen niet optimaal is kan een te hoge
temperatuur in het uitlaatsysteem het gevolg zijn.
Over het algemeen wordt een goede menging
verkregen bij een vrijwel verticaal opgestelde uitlaat
injectie-bocht.
Een slechte menging komt bijvoorbeeld voor bij
een stationair draaiende motor; in het bijzonder in
die gevallen waarbij de op de motor gemonteerde
koelwaterinjectiebocht
opgesteld.
Tref indien noodzakelijk voorzieningen, bijvoorbeeld
door het plaatsen van een waterwervelaar of een
waterverdeler in de uitlaatleiding, om de meng ing van
koelwater met uitlaatgassen te verbeteren.
Pas als uitlaatleiding bij met water geïnjecteerde uitlaatsystemen
een geschikte kwaliteit slang toe.
Deze slang moet gewapend zijn, bestand zijn tegen
uitlaatgassen, een hoge temperatuur (100°C) en olieresten.
Voor het verwerken is goede buigzaamheid een vereiste terwijl
de slang bij verhitting niet mag 'inklappen'.
Vetus uitlaatslang voldoet aan alle hiervoor gestelde eisen.
2
030418.03
vrijwel
horizontaal
is
WAARSCHUWING
Als tijdens stilstand van de motor water uit de waterlock in
het uitlaatsysteem van de motor terecht komt (bijvoorbeeld
onder zeil als het schip extreem rolt of stampt) zal dit
onherroepelijk tot schade aan de motor leiden.
Teveel water in de waterlock kan starten van de
scheepsmotor belemmeren; tap dan eerst het water af.
Een te grote hoeveelheid water in de waterlock kan worden
veroorzaakt als ook na herhaaldelijke startpogingen de
motor niet wil aanslaan.
Installatie
Opstelling waterlock MGS, MGL
Stel de waterlock zoveel mogelijk vertikaal op.
De 'IN'-aansluiting van de waterlock moet te allen tijde onder
het niveau van de uitlaatinjectiebocht blijven! Plaats de
waterlock 'achterstevoren' naast de motor als achter de motor
onvoldoende ruimte beschikbaar is.
De waterlock bevat tijdens bedrijf water. Het gewicht neemt
hierdoor aanzienlijk toe. Bevestig de waterlock op een
horizontaal vlak en monteer de waterlock met bouten M10 en
3D sluitringen.
Opstelling uitlaatspiegeldoorvoer
Monteer de uitlaatspiegeldoorvoer op een zodanige plaats in de
spiegel dat bij een beladen schip de spiegeldoorvoer zich nog
tenminste 5 cm boven de waterlijn bevindt.
Uitlaatleiding
Om een goede afvoer van het in de uitlaatleiding geïnjecteerde
koelwater te verzekeren dient de uitlaatleiding, vanaf het
waterinjectiepunt tot aan de waterlock, over de volledige lengte
op afschot te worden geïnstalleerd.
De uitlaatleiding bevat tijdens bedrijf water. Het gewicht neemt
hierdoor aanzienlijk toe, ondersteun daarom de uitlaatleiding.
De uitlaatleiding van waterlock naar spiegeldoorvoer moet zo
worden geïnstalleerd dat:
- Het hoogste punt in de uitlaatleiding zich niet meer dan 150
cm boven de onderzijde van de waterlock bevindt.
- De lengte van dat deel uitlaatleiding, tussen de waterlock en
het hoogste punt, niet meer dan 300 cm bedraagt.
Waterlock MGS - MGL