4 Ingebruikneming
In de figuur op de pagina 3 is een voorbeeld
van aansluiting afgebeeld . Voor de DMX-sig-
naalverdracht moeten speciale kabels worden
gebruikt (bv . kabels van de CDMXN-serie) . Bij ka-
bellengten vanaf 150 m wordt in principe aanbe-
volen om het SR-103DMX tussen te schakelen .
1) Stuur het DMX-besturingssignaal naar de
XLR-ingang DMX IN (3) .
2) Verbind de jacks DMX OUT (4) telkens met
de DMX-ingang van de volgende DMX-
gestuurde apparaten . De jacks DMX OUT
kunnen worden vergrendeld . Om een stekker
uit te trekken, drukt u op de PUSH-hendel .
3) Plug ten slotte de netstekker van het aansluit-
snoer (1) in een stopcontact (230 V/ 50 Hz) .
Daarna is het apparaat klaar voor gebruik en
licht de POWER-LED (2) op .
Trek de stekker uit het stopcontact om
het apparaat uit te schakelen .
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet be schermd eigendom van MONACOR
Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk – voor eigen commerciële doeleinden is verboden.
4
DMX OUT
ISO 1
ISO 2
3
3
1
2
1
ISO 3
3
2
1
2
5 Technische gegevens
Voedingsspanning: . . . . 230 V/ 50 Hz
Vermogensverbruik: . . . max . 5 VA
Omgevingstemp .: . . . . . 0 – 40 °C
Afmetingen
(B × H × D): . . . . . . . . . 105 × 40 × 115 mm
Gewicht: . . . . . . . . . . . . 480 g
Aansluitingen
DMX IN, DMX OUT: . . XLR, 3-polig
Wijzigingen voorbehouden .
pin 1 = massa
pin 2 = DMX-signaal −
Pin 3 = DMX-signaal +
INTERNATIONAL GmbH &
®
13