Apparaatspecifieke
veiligheidsinstructies voor
dubbele slijpmachines
Raak de voedingskabel niet aan wanneer hij
tijdens het werk beschadigd of doorgesneden
wordt. Onderbreek onmiddellijk de stroomtoe-
voer en laat het apparaat vervolgens uitsluitend
repareren door een vakman of het bevoegde
servicepunt.
Gebruik het apparaat niet wanneer het vochtig
is en ook niet in een vochtige omgeving.
Wanneer u het apparaat in de open lucht
gebruikt, dient u het via een foutstroom-veilig-
heidsschakelaar (FI-schakelaar) met maximaal
30 mA aan te sluiten. Gebruik alléén een voor
het buitenbereik toegestaan verlengsnoer.
Trek in geval van gevaar de steker uit de
contactdoos.
Leid de kabel altijd naar achteren van het
apparaat weg.
bRAnDGEVAAR DOOR WEG
SPRInGEnDE VOnkEn! Wanneer
u metaal slijpt, ontstaat een vonken-
regen. Let daarom altijd op dat géén personen
in gevaar worden gebracht en geen brandbare
materialen in de buurt van het werkbereik zijn
opgeslagen.
Het bewerken van schadelijke / giftige stoffen
vormt een gevaar voor de gezondheid van de
bedienende persoon of in de buurt aanwezige
personen.
Draag een veiligheidsbril, gehoor-
bescherming, stofmasker en veilig-
heidshandschoenen.
GEVAAR VOOR VERbRAnDInGEn! Het
werkstuk wordt heet tijdens het gebruik. Pak
nooit de te bewerken plek van het werkstuk
vast en laat het afdoende afkoelen. Onder-
breek vooral bij langere slijpwerkzaamheden
steeds weer de bewerking en laat het werkstuk
afkoelen voordat u doorgaat met het slijpen.
Een constant bedrijf van 30 minuten dient niet
te worden overschreden.
De dubbele slijpmachine is geconcipieerd voor
het droog slijpen van metaaloppervlakken. Het
GIFTIGE DAMPEn!
Algemene veiligheidsinstructies
apparaat mag alleen worden gebruikt voor het
droogslijpen.
Asbesthoudend materiaal mag niet worden
bewerkt. Asbest geldt als kankerverwekkend.
Gebruik geen beschadigde slijpschijven
Gebruik alléén slijpschijven waarvan de gege-
vens overeenkomen met de gegevens op het
typeplaatje van het apparaat. De omloopsnel-
heid dient gelijk of groter te zijn dan het aan-
gegeven getal.
Stel de beschermhouders
en beschermplaten
3
zodat de slijtage van de slijpschijven wordt
gecompenseerd. Houd de afstand zo gering
mogelijk.
Vermijd het contact met de draaiende slijpschijf.
Laat het ingeschakelde apparaat niet zonder
toezicht achter.
Gebruik het apparaat nooit ondoelmatig.
Let altijd op dat het apparaat uitgeschakeld is
voordat u de netsteker in de contactdos steekt.
Schakel altijd eerst het apparaat in en zet het
werkstuk pas daarna tegen de slijpschijf. Til het
apparaat na de bewerking van het werkstuk en
schakel het apparaat dan uit.
Houd het werkstuk altijd met twee handen vast.
Zorg voor een veilige stand.
Laat de slijpschijf / -schijven na de bewerking
van metaal volledig tot stilstand komen.
Onderbreek altijd de stroomtoevoer vóór pau-
zes, vóór alle werkzaamheden aan het appa-
raat en wanneer u het werk beëindigd hebt.
Gebruik het apparaat voorzichtig en omzich-
tig. Het apparaat moet steeds schoon, droog
en vrij van olie of andere smeermiddelen zijn.
Wees steeds waakzaam! Let altijd op wat u
doet en ga met overleg te werk. Gebruik het
apparaat in geen geval wanneer u ongecon-
centreerd bent of u niet goed voelt.
Slijpschijven moeten zodanig worden bewaard
dat ze niet worden blootgesteld aan schadeli-
jke mechanische en milieu-invloeden.
.
4
(vonkdeflectors)
2
op gezette tijden bij,
NL/BE
17