Draag de pomp nooit aan het netsnoer en gebruik het snoer niet om de stekker uit het stopcontact te trekken.
Bescherm de stekker en het netsnoer tegen hitte, olie en scherpe randen.
De gebruikte netspanning moet met de in de technische gegevens aangegeven waarden
overeenstemmen. De persoon die verantwoordelijk is voor de installatie moet verzekeren, dat
de elektrische aansluiting beschikt over een aarding die beantwoordt aan de norm.
De elektrische aansluiting moet van een gevoelige aardlekschakelaar (FI-schakelaar) zijn
voorzien: ∆ = 30 mA (DIN VDE 0100-739).
Verlengkabels mogen geen kleinere doorsnede hebben dan rubberslangen met het symbool
H07RN-F (3 x 1,0 mm²) conform VDE. Netstekkers en koppelingen moeten spatwaterdicht
zijn.
De netstekker van het automatische besturingssysteem wordt via een reglementair geïnstalleerde
veiligheidswandcontactdoos direct aangesloten op de stroomvoorziening. Het groene controlelampje geeft tijdens
de werking aan, of het systeem onder spanning staat. De netstekker van de pomp wordt aangesloten op de
contactdoos van de Brio 2000 M.
7. Ingebruikname
Voorkom rechtstreekse inwerking van vocht op het apparaat (bijv. bij het gebruik van sproei-
installaties). Stel het apparaat niet bloot aan regen. Zorg ervoor dat er zich geen lekkende
aansluitingen boven het apparaat bevinden. Gebruik het apparaat niet in een natte of vochtige
omgeving. Zorg ervoor dat het apparaat en de elektrische stekkerverbindingen beschermd zijn
tegen overstroming.
Vul de aanzuigleiding en het pomphuis vóór de inbedrijfstelling compleet met vloeistof. Sluit de netstekker van de
pomp aan op de contactdoos van de Brio 2000 M. Verbind vervolgens de netstekker van de Brio 2000 M via een
reglementair geïnstalleerde veiligheidswandcontactdoos direct met de stroomvoorziening. Wanneer het groene
controlelampje op de Brio 2000 M brandt, staat het systeem onder spanning. Schakel vervolgens de pomp in. Na
de automatische uitschakeling van de pomp moet de hoogst gelegen verbruiker worden geopend. Wanneer er
gelijkmatig water uitstroomt, is de inbedrijfstelling voltooid.
Indien er geen water wordt verpompt, dan moet de pomp langer dan de in de elektronische pompbesturing
ingestelde tijd werken voor de inbedrijfstelling. Houd daarvoor de toets „START PUMP", die zich op de Brio 2000
M bevindt, zo lang ingedrukt tot het aanzuigproces van de pomp afgesloten is en er water wordt verpompt.
Wanneer ook deze maatregel na ongeveer een minuut niet succesvol is, koppelt u de Brio 2000 M af van het
stroomnet en herhaalt u de beschreven stappen voor de inbedrijfstelling.
8. Onderbreken en hernemen van de werking bij drooglopen
Bij drooglopen of watertekort zorgt de elektronische pompbesturing Brio 2000 M voor een uitschakeling van de
pomp. Daarnaast gaat het rode controlelampje „ERROR" branden. Deze veiligheidsinrichting verhindert het
automatisch herinschakelen van de pomp. Om de werking te hernemen, moet de toets „START PUMP" van de
elektronische pompbesturing worden ingedrukt. Los steeds voordien de oorzaak van het drooglopen op.
9. Onderhoud en hulp bij storingen
Trek voor het verrichten van onderhoudswerkzaamheden altijd de stekker van de pomp uit het
stopcontact. Als de stroomtoevoer niet wordt onderbroken, kan bijv. gevaar ontstaan door per
ongeluk starten van de pomp.
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door onvakkundige reparaties of
pogingen daartoe. Schade die is veroorzaakt door onvakkundige pogingen tot reparatie leidt
tot het vervallen van alle garantieaanspraken.
Door regelmatig onderhoud en zorgvuldige omgang met het toestel loopt u minder gevaar op storingen en zorgt u
voor een langere levensduur van uw toestel.
Als een pomp gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, dan moeten de apparaten en het leidingsysteem
volledig worden leeggemaakt. Bij vorst kan water door bevriezing aanzienlijke schade veroorzaken.
Ga in geval van storing eerst na of er sprake is van een bedieningsfout of een andere oorzaak die niet aan een
defect aan het toestel te wijten is - bijvoorbeeld een stroomstoring.
In de volgende lijst vindt u een aantal voorkomende gevallen van storing van het toestel, mogelijke oorzaken en
tips hoe u deze kunt oplossen. Alle genoemde maatregelen mogen uitsluitend worden uitgevoerd als de pomp
niet met het elektriciteitsnet is verbonden. Als u een storing niet zelf kunt oplossen, neem dan contact op met de
klantenservice resp. uw winkelier. Ingrijpendere reparaties mogen uitsluitend door een vakman worden
uitgevoerd. Wij wijzen er met klem op dat in geval van schade die is veroorzaakt door onvakkundige reparaties of
pogingen daartoe alle aanspraken op garantievergoeding vervallen en wij niet aansprakelijk zijn voor de daaruit
resulterende schade.
4
35