Er kunnen verschillende voorzieningen op één schoorsteen worden aangesloten . Wel moet eerst worden
nagegaan welke voorschriften hiervoor gelden .
Zelfs een goede schoorsteen kan slecht functioneren indien hij verkeerd wordt gebruikt . Zo kan een
slechte schoorsteen eveneens functioneren bij goed gebruik .
Reiniging van de schoorsteen
De schoorsteen moet jaarlijks worden geveegd om te voorkomen dat er brand in ontstaat . De roo-
kafvoerbuis en de rookkamer boven de stalen rookgeleidingsplaat moeten samen met de schoorsteen
worden gereinigd . Als reiniging van de schoorsteen van bovenaf onmogelijk is vanwege de hoogte van de
schoorsteen, moet er een reinigingsluikje worden aangebracht .
Als er in de schoorsteen brand ontstaat, moeten alle kleppen worden gesloten en moet de brandweer
worden gewaarschuwd . De schoorsteen mag pas weer in gebruik worden genomen, wanneer deze door
een schoorsteenveger is geïnspecteerd .
Testresultaten van nominale test EN 13229
Nominale warmteopbrengst
Meetpunt rookgastemperatuur, EN 13240
In afvoeraansluiting gemeten rookgastemperatuur:
Stroming rookgasmassa
m
ontagE En aansluItIng
HWAM I 30/55 bestaat uit een losse, uitwendige inbouwcassette en een losse inbouwmodule, die na
montage van de inbouwcassette op zijn plaats wordt geschoven en wordt aangesloten .
HWAM I 30/55 kan op 2 manieren worden aangesloten:
1 . Montage en aansluiting in een bestaande open haard en/of op een bestaand rookgasafvoerkanaal .
2 . Plaatsing in nieuw metselwerk, waarbij eventuele warme convectielucht naar andere vertrekken wordt
geleid .
1. Montage en aansluiting in een bestaande constructie (tekening A1-A3)
Bij plaatsing in een bestaande open haard, dient de reguleringsschuif in de bestaande schoorsteen te
worden verwijderd, en het eventuele rookkanaal te worden vergroot, zodat het rookkanaal van de
inbouwmodule rechtstreeks op de schoorsteen kan worden aangesloten . Eventuele kantstenen op de
bodem van de haard dienen verwijderd te worden .
Spreek op voorhand met een vakman of schoorsteenveger af waar u een veegluik (1) dient aan te brengen
zodanig dat het rookkanaal gereinigd kan worden terwijl de deur van uw kachel gesloten blijft .
Montage rookbuis (tekening A1)
Eerst wordt de aansluitflens (2) gekoppeld aan een stuk afvoerbuis, flexibel en met voldoende lengte
(3) . Schuif de binnenste buis in de aansluitmof . Draai de binnenste buis zodanig dat de handgreep zo ver
mogelijk de aansluitmof in komt .
Snij ca . 3 stukken (50 mm) vuurvaste mineraalwolpakking (4), zodanig dat ze net passen in het schoor-
steengat, en snij in het midden een gat dat strak om de buis klemt .
16
7 kW
275 ºC
296 ºC
5,5 g/s