Legen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder het waterreservoir 4 door
in de verzonken handgrepen te grij-
pen en het reservoir schuin naar
voren en beneden uit het apparaat
te trekken.
5. Zet de terugslagklep weer in het
waterreservoir en draai deze naar
rechts tot aan de aanslag.
– De terugslagklep kan slechts in
één positie er correct worden
opgezet.
– Uitsparingen en borglippen
moeten perfect in elkaar grijpen.
6. Zet het waterreservoir er weer in.
Reinigen
Gevaar
Overtuig u ervan, dat het ap-
paraat uitgeschakeld en van
de oplader gescheiden is.
Let op
Gebruik voor de reiniging
geen agressieve chemische
reinigingsmiddelen, schuur-
middelen, harde sponzen,
o.d.
10
3. Draai de terug-
slagklep (zie pijl)
naar links en
verwijder deze.
4. Laat het vuile
water weglo-
pen.
Spuitfles schoonmaken
1. Verwijder het wisopzetstuk 9 door
het een beetje naar voren te druk-
ken en er naar boven af te trekken.
2. Open de spuitfles en maak hem
leeg.
3. Neem de microvezelovertrek 15
eraf.
4. Veeg alle delen van de spuitfles af
met een vochtige doek. Zo nodig
gebruikt u een mild reinigingsmid-
del.
Microvezelovertrek wassen
Reinig de microvezelovertrekken
15 in de handwas.
De microvezelovertrekken..
.. niet bleken,
.. niet uitwringen,
.. niet in de droger drogen,
.. niet strijken.
Apparaat schoonmaken
Voor een grondige reiniging moet u
het apparaat uit elkaar halen.
1. Druk op de toets 2 en trek afzuigop-
zetstuk 1 van het apparaat af.
2. Reinig het afzuigopzetstuk met een
zachte, licht bevochtigde doek.
Gebruik eventueel ook nog een
mild reinigingsmiddel.
3. Verwijder het waterreservoir 4 door
in de verzonken handgrepen te grij-
pen en het reservoir schuin naar
voren en beneden uit het apparaat
te trekken.
4. Spoel het waterreservoir met vers
water uit en laat het daarna drogen.