60
Waarschuwing voor voertuigen met een airbag
Plaats uw toestel niet op de afdekking van een airbag of
in de ontplooiingszone van een airbag. Airbags worden
!
met grote kracht ontplooid. Als er zich een toestel in
de ontplooiingszone bevindt wanneer de airbag zich
ontplooit, wordt het met grote kracht weggekatapulteerd
en kan het de inzittenden ernstig verwonden.
Omgevingen met ontploffingsgevaar
Schakel uw toestel uit in de buurt van omgevingen met
ontploffingsgevaar, tenzij uw toestel speciaal voor deze
!
omgeving is goedgekeurd (bijvoorbeeld: wederzijdse
goedkeuring bij fabrieken). In dergelijke omgevingen is een
vonk genoeg om een ontploffing of brand te veroorzaken,
met letsels of zelfs de dood tot gevolg.
Batterijen
Vervang of laad de batterijen nooit in een omgeving met
!
ontploffingsgevaar. Bij het plaatsen of verwijderen van
de batterijen kunnen er contactvonken ontstaan, die een
ontploffing kunnen veroorzaken.
Detonator en detonatiezones
Om eventuele interferentie met opblaasactiviteiten te
!
vermijden, dient u uw toestel uit te schakelen in de buurt
van elektrische detonators of in een ‚detonatiezone' of in
zones met de waarschuwing: „Schakel zendapparatuur
uit." Respecteer alle borden en instructies.
OPMERKING:
Zones met ontploffingsgevaar zijn doorgaans – maar niet altijd –
duidelijk aangegeven. Dit zijn onder meer tankzones, zoals onder
het dek bij boten, overdrachts- of opslagfaciliteiten voor brandstof
of chemische producten; zones waar de lucht chemicaliën of partikels
zoals zand, stof of metaalpoeder bevat; en andere zones waar u
normaal wordt gevraagd om de motor van uw voertuig uit te schakelen.