Achteruitworpbeschermer* Afbeelding M7-1
Als u wilt maaien zonder grasopvangbak is het
belangrijk om de afstandhouder te bevestigen.
1.
Plaats de abstandhouders (ID:E) onder de
achteruitworpbeschermer.
Let op: De afstandhouder zijn alleen voor achteruitworp!
Anders moeten ze worden verwijderd.
Waarschuwing: Als de abstandhouder niet
gemonteerd zijn. Zal de maaier moeite hebben om
het gras kwijt te raken.
Mulchingplug: Afbeelding M7-2
1.
Plaats de mulchingplug en verwijder de zij-
uitworpbeschermer als u met mulchingfunctie wilt
maaien. NB Gebruik geen grasopvangbak
Zij-uitworpbeschermer: Afbeelding M7-3*
1.
Til de zijbeschermer op en plaats de zij-
uitworpbeschermer.
NB Gebruik geen grasopvangbak
* Let op: Niet alle modellen hebben een zij-
uitworpbeschermer
Kabel Bijstellen
Het kan nodig zijn om de volgende kabels bij te
stellen: Afbeelding A1
1.
Kabel voor gaskabel
De gaskabel bijstellen: Afbeelding A1 *
Als u speling in de gaskabel signaleert, kan dit opgelost
worden door simpelweg de bout op het motorblok vast
of los te draaien.
* Let op: Niet alle modellen hebben een gaskabel.
Accu (Elektrische starter)
Laad de accu voor gebruik op
Voordat u de elektrische startfunctie gebruikt, moet de
accu gedurende 5 uur zijn opgeladen. Steek de
starterstekker in het gat in de accu en verbind de
oplader met een stroomvoorziening. Zie afbeelding. A4
Opladen gedurende het seizoen
De accu wordt tijdens gebruik een beetje opgeladen,
dus het zal hoogstwaarschijnlijk nodig zijn om de accu
tijdens het seizoen een aantal malen op te laden -
afhankelijk van het aantal starts/stops van de motor.
Zet hem ongeveer 5 uur aan de lader.
Opslag van accu
De accu moet tijdens de winter altijd droog en warm
worden opgeslagen. Stel hem nooit bloot aan lage
temperaturen.
Laat de accu helemaal op voordat u deze opslaat en
zet de grasmaaier vervolgens op een plek waar deze
niet wordt blootgesteld aan vorst. Bedek de accu
eventueel met een dik kleed of iets dergelijks, wanneer
de maaier in een schuur/garage staat waar het koud
kan worden.
Laat de accu gedurende de winter 1-2 keer op om te
garanderen dat de accu zijn volledige vermogen
behoudt. Onjuiste opslag kan de accu beschadigen en
wordt niet gedekt door de garantie.
* Let op: Niet alle modellen hebben elektrische starter
Bediening
Voor het starten altijd olie controleren en bijvullen!
Lees de instructies in bijgevoegde
beginhandleiding en pas deze toe!
Het oliepeil moet altijd tussen min. en max. op de
peilstok liggen. Vul met SAE-30 olie. Er moet in totaal
0,5 liter olie in de motor zitten. Gebruik alleen loodvrije
E5 benzine voor de motor. Gooi de tank nooit te vol.
Maaihoogte-instelling: Afbeelding F1
(de afbeeldingen kunnen van uw huidige model
afwijken)
De maaier heeft 7 verschillende hoogten. De
maaihoogte varieert van 28 mm tot 70 mm
Start: Start de maaier nooit direct op lang gras.
Terugloop met primer: Afbeelding F2
1.
Druk een aantal malen op de primer, druk eerst 1-3
keer en vul dat, indien nodig, aan met max. 3-5
keer.
Let op: Het is niet mogelijk om de motor te
verzuipen
2.
Houd de handgreep voor de motorrem vast;
hierdoor wordt de motorrem ontkoppeld.
3.
Trek voorzichtig aan de terugloopstarter totdat u
weerstand in het touw voelt, trek vervolgens snel
en krachtig. Laat de terugloopstarter geen moment
los, maar schuif hem zachtjes in de startstand.
4.
Houd de greep voor eigen aandrijving vast om te
beginnen met maaien.
Terugloop met choke, gashendel afbeelding F3
1.
Bij koude motor zet u de gashendel op "Choke" -
Bij warme motor zet u de gashendel op "Rabbit"
2.
Houd de handgreep voor de motorrem vast;
hierdoor wordt de motorrem ontkoppeld.
3.
Trek voorzichtig aan de terugloopstarter totdat u
weerstand in het touw voelt, trek vervolgens snel
en krachtig. Laat de terugloopstarter geen moment
los, maar schuif hem zachtjes in de startpositie.
4.
Stel de gashendel indien nodig bij en zet de
gashendel terug in de "Rabbit"-stand.
5.
Houd de greep voor eigen aandrijving vast om te
beginnen met maaien.
Elektrische starter: Afbeelding F3-B
Om te voorkomen dat de machine wordt gestart,
moet de startknop van de machine worden
verwijderd en veilig opgeslagen wanneer de
machine niet wordt gebruikt.
1.
Bij koude motor zet u de gashendel op "Choke" -
Bij warme motor zet u de gashendel op "Rabbit"
2.
Houd de handgreep voor de motorrem vast;
hierdoor wordt de motorrem ontkoppeld.
3.
Wanneer u de machine wilt starten, steekt u de
startknop (B) in het contactslot onder de stuurstang
en drukt u hem in.
4.
Houd de knop vast totdat de motor start en laat
deze daarna los.
5.
Stel de gashendel indien nodig bij en zet de
gashendel terug in de "Rabbit"-stand
6.
Houd de greep voor eigen aandrijving vast om te
beginnen met maaien.
Let op: Zo lang er met het apparaat wordt gemaaid,
moet de greep voor de motorrem ingeschakeld zijn.
48