Water/waterpeil
OPMERKING:
Uw wasautomaat heeft geen toevoerklep en is dus niet
geschikt voor aansluiting op de waterverzorging.
LET OP:
Belangrijk vóórdat u het apparaat met water vult!
•
Niet aansluiten op de toevoer voor heet water (vaste
aansluiting).
•
Hang de afvoerslang (7) in de voorziening boven aan de
wasautomaat, zodat het water er niet direct weer uit kan
lopen.
•
Vul altijd eerst het wasgoed in de trommel. In het andere
geval zou het maximale waterpeil overschreden kunnen
worden en zou de automaat tijdens het wassen overlo-
pen.
•
Het waterpeil dient zich tussen de markeringen HIGH"
en "LOW" (4) te bevinden. Niet vullen voorbij de "HIGH"
markering.
U kunt het apparaat op twee manieren met water vullen.
1. Emmer/bak:
U kunt het water vanuit de emmer/bak via de dekselope-
ning in de machine gieten.
2. Slang:
Gebruik de toevoerslang samen met de WATER INLET
aansluiting om het apparaat te vullen met water.
•
Verwijder de deksel (5) van de WATER INLET aanslui-
ting.
•
Sluit het uiteinde (8a) van de slang aan op de WATER
INLET aansluiting.
•
Sluit het andere uiteinde (8b) aan op de watertap en
laat het water voorzichtig lopen.
Wasgoed
De automaat is alleen geschikt voor het wassen van textiel
(denk aan de maximale vulhoeveelheid!).
•
Maak de zakken van de te wassen kledingstukken leeg.
•
Zeer hoogwaardig en gevoelig kledingmateriaal wast u het
best in een kledingzak of een wit kussensloop.
•
Extra vuile was moet eerst voorgewassen worden.
Wassen en waspoeder
•
Bepaal de wastemperatuur aan de hand van het wasetiket
in de kledingstukken.
LET OP:
Was in ieder geval niet met een temperatuur boven 50°C.
OPMERKING:
Uw wasautomaat heeft geen eigen verwarming. U moet het
water dus tevoren op de juiste temperatuur brengen.
•
Bepaal de wasduur aan de hand van de voorschriften op
het wasetiket en van de vervuilingsgraad.
In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van de waspoe-
derdoseringen.
Washoeveel-
Waterhoe-
geconcentreerd
heid
veelheid
1,2 – 1,5 kg
ca. 13 l
1,0 – 1,2 kg
ca. 10 l
Tot 1,0 kg
ca. 7 l
Gebruik
Voorbereiding
1. Hang de afvoerslang (7) in de voorziening boven aan de
wasautomaat.
2. Stop de was in de trommel.
3. Vul het water en de waspoeder in de automaat. Zie ook
onder "Wassen en waspoeder".
4. Sluit het deksel.
Elektrische aansluiting
1. Waarborg dat de schakelklok op "0" (uit) staat.
2. Sluit de netkabel aan op een volgens de voorschriften
geïnstalleerde veiligheidscontactdoos.
Wassen
Stel met de schakelklok de gewenste wasduur in.
Na het gebruik
1. Wacht tot de klok het wasprogramma automatisch beëin-
digt of draai de schakelklok terug naar "0".
2. Trek de netsteker uit de contactdoos.
3. Gebruik een geschikte en grote opvangbak om het waswa-
ter op te vangen. Neem de slang uit de voorziening en leg
hem in de opvangbak/emmer.
4. Daarna kunt u de was uit de automaat nemen of desge-
wenst nog een keer spoelen.
5. Sluit het deksel en hang de afvoerslang weer op.
Verbruik
Verbruik
normaal
waspoeder
waspoeder
15 g
20 g
10 g
17 g
5 g
14 g
11