Veiligheidsvoorzieningen in verband met brandpreventie conform
• het apparaat mag uitsluitend door volwassenen bediend worden
• het apparaat kan veilig gebruikt worden in overeenstemming van de volgende normen:
ČSN 33 2000-4-482: Brandbeveiliging in gebieden met een speciaal risico of gevaar
ČSN 33 2000-4-42: Bescherming tegen invloeden van warmte
• het apparaat moet zo worden geplaatst dat het stevig staat of hangt op een vuurbestendige ondergrond
Op of naast het apparaat mogen zich geen brandbare voorwerpen bevinden binnen de veilige afstand die
voor het apparaat is vastgesteld (de kleinste afstand tot brandbare materialen bedraagt 10 cm).
Tabel: De mate van brandbaarheid van bouwmaterialen (ČSN 730823) weergegeven per substantie en
product
Mate van brandbaarheid
A – niet brandbaar
B – heel moeilijk brandbaar Acuminiet, heracliet, lihnos, itaver
C1 – moeilijk brandbaar
C2 – gemiddeld brandbaar Spaanplaat, solodur, kurkplaat, harde rubber, vloerbedekking
C3 – zeer brandbaar Vezelplaat, polystyreen, polyurethaan, PVC
•Informatie over mate van brandbaarheid van gewone bouwmaterialen staan in de tabel hieronder.
Installeer het apparaat op veilige wijze. Neem bij de installatie de voorschrift en voor ontwerp, veiligheid
en arbeidshygiëne in acht overeenkomstig:
• ČSN 06 1008 brandveiligheid van lokale apparaten en warmtebronnen
• ČSN 33 2000-4-482 brandbeveiliging in gebieden met een speciaal risico of gevaar
• ČSN 33 2000-4-42 bescherming tegen invloeden van warmte
De aansluiting van de gas slangaansluiting
Het aansluiten van het apparaat op de gasleiding moet via een stalen of koperen slang uitgevoerd worden
die overeenkomt met de toepasselijke nationale vereisten. De buis moet regelmatig gecontroleerd worden
en indien nodig, vervangen worden. Elk apparaat moet uitgerust zijn met een afsluiter en een snelafsluiter.
De snelafsluiter moet vrij toegankelijk en binnen handbereik van het apparaat zijn. Na het voltooien van de
installatie moet gecontroleerd worden of er geen gaslek is. Om een eventueel gaslek op te sporen, kunt u
een sopje of detectiespray gebruiken.
Gebruik geen stoffen die corrosie veroorzaken! Alle onze apparaten worden zorgvuldig gecontroleerd.
Gastype, druk en aanduiding van de betreffende categorie zijn vermeld op het typeplaatje.
Aansluiting op vloeibaar gas:
De druk voor de aansluiting op vloeibaar gas moet 28 of 30 mbar voor propaan/butaan en 37 mbar voor
propaan zijn. Het is noodzakelijk het plaatje te controleren, de druk te meten en te controleren of de parameters
van de gebruikte sproeier overeenkomen met de gewenste parameters van de sproeier, overeenkomstig de
eisen van de fabrikant. Als de druk lager is dan 25 mbar of hoger dan 37 mbar, MAG HET APPARAAT NIET
AANGESLOTEN WORDEN. Aansluiting op aardgas: De druk voor de aansluiting op methaan moet 18 of 20
mbar zijn. Het is noodzakelijk het plaatje te controleren, de druk te meten en te controleren of de parameters
van de gebruikte sproeier overeenkomen met de gewenste parameters van de sproeier, overeenkomstig de
eisen van de fabrikant. Als de druk lager is dan 15 mbar of hoger dan 22,5 mbar, MAG HET APPARAAT NIET
AANGESLOTEN WORDEN
ČSN 061008 art. 21
Bouwmaterialen
Graniet, zandsteen, beton, baksteen, keramische bekleding, pleisterwerk
Hout, loofhout, fineer, sirkoklit, verstevigd papier, umakart
25