batterijcompartiment één lijn vormt met de batterijcontacten van
de batterij.
• Druk de onderkant van de batterij in het batterijcompartiment.
5.2
Opladen
Gebruik uitsluitend de originele lader voor deze telefoon.
U kunt de telefoon opladen met behulp van de reislader of de
bureaulader.
• Steek de micro-USB-stekker in de telefoon aan de zijkant, waarna
het opladen begint.
• Steek de micro-USB-stekker in de lader en plaats de telefoon op
de lader, waarna het opladen start.
>Wanneer het opladen start, gaat de streep rechtsboven in het
scherm die de batterijcapaciteit aangeeft, ‚rollen'. De batterij is
volledig opgeladen wanneer de streep vol is en niet langer rolt.
5.3
In-/uitschakelen
• Druk de Eindetoets lang in om in te schakelen.
• Druk de Eindetoets opnieuw lang in om uit te schakelen.
5.4
Headset gebruiken
• Sluit de headset aan op de headsetaansluiting, waarna het
headsetpictogram op het scherm wordt weergegeven.
5.5
Taal (Language)
U kunt de displaytaal selecteren.
• Druk op de softtoets M1 linksom het menu te openen
65