Anleitung BHR 101 F SPK 1
Beschrijving (fig. 1)
1 AAN/UIT-schakelaar
2 Aansluiting hogedrukslang toestel
3 Aansluiting waterinlaat
4 Hogedrukslang
5 Pistool
6 Aansluiting hogedrukslang pistool
7 Lans
8 Houder voor accessoires
9 Schuimsproeier
Algemene veiligheidsinstructies en
ongevallenpreventie
Schadevrij en ongevaarlijk werken met de hogedru-
kreiniger is slechts verzekerd als u de veiligheidsin-
structies en de gebruiksaanwijzing helemaal leest en
de instructies die ze bevatten in acht neemt.
¼
De elektrische aansluiting dient conform IEC
60364 door een elektromonteur te worden uitge-
voerd.
¼
De netstekker dient in een reglementair geïnstal-
leerde wandcontactdoos met aardingscontact die
beveiligd is door een opwaarts geïnstalleerde
verliesstroom-veiligheidsschakelaar van 30 mA
te worden gestoken.
¼
Controleer de aansluitkabel en de stekker tel-
kens voordat u het toestel in gebruik neemt.
Werk enkel met een onberispelijk en intact toe-
stel. Beschadigde onderdelen dienen onmiddelli-
jk door een elektrovakman te worden vervangen.
¼
Vóór alle werken aan de hogedrukreiniger, vóór
het verwisselen van de straalpijp en bij niet-
gebruik de netstekker uit het stopcontact trekken.
¼
Bij gebruik in open lucht mogen enkel daarvoor
goedgekeurde verlengkabels worden gebruikt.
De gebruikte verlengkabels moeten een mini-
mumdoorsnede van 1,5 mm
2
vertonen. De
insteekverbindingen moeten voorzien zijn van
beschermende aardingscontacten en moeten
spatwaterdicht zijn. Bij een kabellengte van meer
dan 10 m moet de doorsnede van de geleiders
minstens 2,5 mm
2
bedragen.
¼
Waarschuwing ! Dit toestel werd ontwikkeld
voor het gebruik van reinigingsmiddelen die door
de fabrikant geleverd of aanbevolen worden.
Door gebruik van andere reinigingsmiddelen of
chemicaliën kan de veiligheid van het toestel
nadelig worden beïnvloed.
¼
Waarschuwing ! Het toestel niet gebruiken als
zich andere personen of dieren in de buurt bevin-
den, tenzij ze beschermende kledij dragen.
¼
Waarschuwing ! Hogedrukstralen kunnen bij
ondeskundig gebruik gevaarlijk zijn. De straal
mag niet worden gericht op personen, dieren,
19.08.2003
8:32 Uhr
Seite 15
elektrische uitrusting waarop spanning staat of
op het toestel zelf.
¼
De straal niet op uzelf of op anderen richten om
kledij of schoeisel schoon te maken.
¼
Hogedrukreinigers mogen niet door kinderen of
niet geïnstrueerde personen worden bediend.
¼
Waarschuwing ! Hogedrukslangen, hulpstukken
en koppelingen zijn belangrijk voor de veiligheid
van het toestel. Enkel door de fabrikant aanbevo-
len hogedrukslangen, hulpstukken en koppelin-
gen gebruiken.
¼
Om de veiligheid van het toestel te verzekeren
mogen enkel originele wisselstukken van de
fabrikant of door hem goedgekeurde wisselstuk-
ken worden gebruikt.
¼
Het toestel niet in gebruik nemen als een
netaansluitkabel of belangrijke onderdelen van
het toestel, zoals b.v. veiligheidscomponenten,
hogedrukslangen, spuitpistool beschadigd zijn.
¼
Waarschuwing ! Niet geschikte verlengkabels
kunnen gevaarlijk zijn.
¼
Draag het elektrische gereedschap nooit aan de
netkabel. Bescherm de netkabel tegen beschadi-
ging door olie, oplosmiddelen en scherpe kanten.
Draag het elektrische gereedschap nooit aan de
kabel.
¼
Hou uw werkplaats netjes.
¼
Vergewis u er zich van dat de schakelaar bij het
aansluiten op het stroomnet uitgeschakeld is.
¼
Draag de gepaste werkkledij.
¼
Controleer uw hogedrukreiniger op een perfecte
werking. Mocht de werking gestoord zijn laat dan
de hogedrukreiniger controleren. Alle onder-
houds- en inspectiewerkzaamheden mogen
enkel door een elektrovakman of door ISC
GmbH worden uitgevoerd.
¼
De ontsnappende waterstraal aan de hogedruk-
sproeier veroorzaakt een terugstoot op de spuit-
pistool. Zorg ervoor dat u veilig staat en hou de
spuitpistool goed vast. Als bescherming tegen
weggespoten deeltjes is het dragen van een
gepaste beschermende uitrusting aan te beve-
len.
¼
Wees zuinig met reinigingsmiddelen. Neem de
doseerinstructies van de fabrikant in acht.
¼
De hogedrukstraal kan de banden van een voer-
tuig en delen van de banden beschadigen. Blijf
bij het reinigen op een afstand van minstens 30
cm van de te reinigen vlakten.
¼
Mocht tijdens de werking van het toestel de
stroom worden onderbroken, dient u het toestel
om veiligheidsredenen uit te schakelen.
NL
15