14 TIPS VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
1 Er dient toezicht te worden gehouden op kinderen om er zeker
van te zijn dat zij niet met het apparaat spelen.
2 Verplaats de kachel NIET als deze brandt of nog heet is. In dat
geval ook NIET bijvullen en geen onderhoud verrichten.
3 Plaats de voorkant van de kachel op minimaal 1,5 meter van
muur, gordijnen en meubels.
4 Gebruik de kachel NIET in stoffige ruimtes, of op plaatsen
waar het sterk tocht. U krijgt dan geen optimale verbranding.
Gebruik de kachel NOOIT in natte ruimtes zoals in de nabijheid
van een bad, douche of zwembad.
5 Zet de kachel uit voordat u vertrekt of naar bed gaat. Bent u langere tijd weg (bv. vakantie),
trek dan ook de stekker uit het stopcontact.
6 Bewaar en vervoer de brandstof uitsluitend in de daarvoor bestemde tankjes en jerrycans.
7 Zorg ervoor dat de brandstof niet bloot staat aan hitte of extreme temperatuurverschillen. Bewaar
de brandstof ALTIJD op een koele, droge en donkere plaats (zonlicht tast de kwaliteit aan).
8 Gebruik de kachel NOOIT op plaatsen waar schadelijke gassen of dampen aanwezig kunnen
zijn (bv. uitlaatgassen of verfdampen).
9 Het rooster van de kachel wordt heet. De kachel mag niet afgedekt worden (brandgevaar).
10 Zorg ALTIJD voor voldoende ventilatie.
11 De kachel mag niet direct onder een stopcontact geplaatst worden.
12 Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt van de kachel, tenzij zij continu onder toezicht
staan. Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het apparaat uitsluitend in-/uitschakelen
mits het in de beoogde, normale bedrijfsstand is geplaatst of geïnstalleerd en mits zij begeleid
worden of instructies hebben gekregen over het veilige gebruik van de machine en de gevaren
ervan begrijpen. Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het apparaat niet aansluiten,
reguleren, reinigen of er onderhoud op uitvoeren.
LET OP - Een aantal onderdelen van dit product kan zeer heet worden en brandwonden
veroorzaken. Toezicht is met name belangrijk op plaatsen waar kinderen en kwetsbare personen
aanwezig zijn.
13 Zorg ervoor dat kinderen niet met het apparaat spelen.
14 Reiniging en onderhoud dient niet te worden uitgevoerd door kinderen waarop geen toezicht
wordt gehouden.
Defecte elektrische apparaten en batterijen horen niet bij het huisafval. Zorg voor een
goede recycling waar mogelijk. Vraag eventueel uw gemeente of uw lokale handelaar
voor een deskundig recycling advies.
1