4) Gebruik de geïntegreerde USB-hub (optioneel)
Enkele modellen bieden u de mogelijkheid om direct aanvullende USB-apparaten op uw DataStation aan te sluiten.
Hiertoe staan aan de voorzijde de overeenkomstige aansluitingen ter beschikking.
•
Sluit het gewenste USB-apparaat aan op een van de USB-aansluitingen van de USB-hub.
•
Volg de instructies van de fabrikant om het USB-apparaat van de USB-hub los te koppelen.
Opmerking: Let op dat de DataStation voor gebruik van de geïntegreerde USB-hub moet zijn ingeschakeld en met uw computer moet
zijn verbonden.
5) Gegevensuitwisseling
Na succesvolle ingebruikname van het apparaat verschijnt in "D
lokale schijf "t
s
". Bij modellen met geïntegreerde kaartlezer worden max. 4 extra kaartleesstations als "v
rek
tor
weergegeven.
•
Markeer met de muis de gewenste bestanden resp. de gewenste map.
•
Plaats de muisaanwijzer op de gemarkeerde bestanden resp. mappen en druk vervolgens op de rechter muisknop.
Selecteer uit het geopende contextmenu de optie "k
•
Selecteer in "
D
eze computer
•
Druk op de rechter muisknop en selecteer de optie "
staan de bestanden op het doelstation.
All manuals and user guides at all-guides.com
" / "D
" de gewenste bestemming (bijv. het station "t
esktop
i
" (Windows®) resp. op uw "D
eze computer
".
opiëren
" om het kopiëren te starten. Als het kopiëren voltooid is,
nvoegen
– 47 –
" (Mac® OS X) een
esktop
erWisselbAre schijf
s
").
rek
tor
NL
"