Storing
Tijdens het lassen ontstaan
dampen, er blijven resten
achter of de coating om de
stift is verbrand.
Hoge slijtage van het opper-
vlaktegereedschap.
Sterke trillingen van het op-
pervlaktegereedschap.
Positionering van het opper-
vlaktegereedschap moeilijk.
Op het display wordt 'F.04'
weergegeven en de service-
indicatie knippert.
Op het display wordt 'F.03'
weergegeven. De tempera-
tuurindicatie knippert. Op het
stiftlaspistool knippert de sto-
ringsindicatie.
Op het display wordt 'F.02'
weergegeven en alle LED's
van de indicatie "accucapa-
citeit" zijn uit. De service-
indicatie knippert. Op het
stiftlaspistool knippert de sto-
ringsmelding.
Op het display wordt 'F.05'
weergegeven en alle LED's
van de indicatie "bescherm-
gasbus" zijn uit. De service-
indicatie knippert. Op het
stiftlaspistool knippert de sto-
ringsmelding.
56
Nederlands
Mogelijke oorzaak
Oppervlak is verkeerd voorbereid
of niet vrij van verontreinigingen
(resten van de coating, de bewer-
king, oliefilm, etc.)
Stiftlaspistool niet haaks aange-
bracht.
Verkeerde instellingen van de ge-
bruikte schroefboormachine.
Laspositie niet met centerpunt
gemarkeerd.
Oppervlaktebewerking onder een
hoek of te diep
Laspositie niet met centerpunt
gemarkeerd.
Stiftlaspistool is niet aangesloten of
wordt niet herkend.
Apparaattemperatuur te hoog
Apparaattemperatuur te laag
Accu ontladen - de diepontladings-
beveiliging is geactiveerd.
Vulniveau van de beschermgasbus
te laag.
Remedie
▶ Reinig het oppervlak na de
oppervlaktevoorbereiding uit-
gebreid en grondig.
▶ Houd het stiftlaspistool exact
haaks op het oppervlak.
▶ Gebruik uitsluitend de aan-
bevolen schroefboormachine
met de aanbevolen instellingen.
→ Pagina 50
▶ Markeer de positie voor de
oppervlaktebewerking met een
centerpunt. → Pagina 50
▶ Houd de schroefboormachine
tijdens de bewerking haaks op
het oppervlak en beëindig de
bewerking zodra het oppervlak
de benodigde bewerkingstoe-
stand heeft bereikt. → Pagina 50
▶ Markeer de positie voor de
oppervlaktebewerking met een
centerpunt. → Pagina 50
▶ Sluit het stiftlaspistool aan.
→ Pagina 50
▶ Als het stiftlaspistool al is
aangesloten, verbreekt u de
verbindingen met het lasappa-
raat en sluit het stiftlaspistool
opnieuw aan. → Pagina 50
▶ Controleer de omgevingstem-
peratuur en verlaag deze indien
mogelijk.
▶ Laat het product afkoelen. Koel
het product niet actief!
▶ Controleer de omgevingstem-
peratuur en verhoog deze indien
mogelijk.
▶ Gebruik het product in een
hogere omgevingstemperatuur.
▶ Laad de accu op. → Pagina 49
▶ Vervang de beschermgasbus.
→ Pagina 49
2302408
*2302408*