en grotere schroeven kunt u in een hogere stand
beginnen.
• Om de koppelstand geheel uit te zetten en de
maximale schroefkracht te gebruiken, kunt u de
koppelring (3) op het boorsymbool instellen.
• Let op! De machine is voorzien van een beveili-
ging tegen overbelasting. Wanneer de ronddraai-
ende as van de machine (1) wordt geblokkeerd
(bijvoorbeeld na indraaien van een schroef met
de koppelring (3) in de boorstand), dan schakelt
de stroomvoorziening naar de motor tijdelijk uit.
De motor zal dan niet draaien zo lang u de aan/
uit-schakelaar (4) ingedrukt houdt. Pas enkele se-
conden na het loslaten van de aan/uit-schakelaar
(4) zal de machine opnieuw ingeschakeld kunnen
worden. Ook als u probeert om de machine te
snel weer te starten zal de motor niet inschakelen
totdat u de aan/uit-schakelaar (4) alsnog enkele
seconden lang niet ingedrukt heeft gehouden.
TIPS:
• Voor het indraaien van grotere en langere schroe-
ven in hard materiaal adviseren wij u om het gat
eerst voor te boren met een boortje dat iets min-
der dik is dan de schroef.
• Zet de machine altijd met uitgeschakelde motor
op de schroef of bout. Een draaiende machine kan
uitglijden.
• Gebruik het juiste type boor voor de juiste klus:
boortjes van HSS-staal voor het boren in staal,
steenboortjes voor het boren in steen en spiraal-
boortjes voor het boren in hout. Het gebruik van
de verkeerde boor kan uw materiaal en zelfs ook
de machine beschadigen.
• Bij het boren in metalen treedt sterke verwar-
ming van de boor en het materiaal op. De boor
kan hierdoor bot worden. Breng daarom koel- of
smeermiddel langs de boor aan.
• Boren met deze schroevendraaier gaat door het
lage toerental langzamer dan met een boormachi-
ne. Wanneer veel kracht bij het boren is vereist,
zoals bij het boren van grote gaten of het boren in
harde materialen en dik metaal, adviseren wij het
gebruik van een (accu-)boormachine.
Overige functies (fig. A)
• De batterijniveau-indicator (6) stelt u in staat om
te controleren hoeveel capaciteit uw batterij nog
heeft. Zo kunt u tijdig beginnen met het opladen
en voorkomen dat de batterij al kort na het star-
ten van de werkzaamheden leegraakt.
• Door op de batterijniveau-indicator (6) te drukken,
wordt de capaciteit groen (vol) – geel (half vol) of
rood (direct opladen) zichtbaar (10). Bij een volledig
opgeladen batterij branden 3 lampjes. Naar mate
de batterij leegraakt branden er minder lampjes.
• Zodra u het knopje (6) weer loslaat zal de display
weer uitgaan.
NL - Originele gebruiksaanwijzing
4. ONDERHOUD
Smering
• De machine heeft geen smering nodig.
Machine schoonhouden
• Sommige reiniging- en oplosmiddelen kunnen
kunststof onderdelen aantasten; deze producten
bevatten o.a. benzeen, trichloroethyleen, chloride
of ammonia.
Ventilatieroosters schoonhouden
• Houdt de ventilatieroosters schoon om overver-
hitting te voorkomen.
• Probeer nooit de ventilatieroosters schoon te ma-
ken door puntige voorwerpen door de openingen
te steken.
In het geval van een defect
• In geval van een elektrisch of mechanisch defect
de machine ter reparatie aanbieden bij het ver-
kooppunt.
Niet bij het huisvuil weggooien
• Aan het eind van de levensduur moet u de machi-
ne inclusief de ingebouwde Li-ion batterij inleve-
ren bij een inzamelpunt. De machine mag niet bij
het huisvuil worden weggegooid.
5. TECHNISCHE SPECIFICATIES
Type
Voltage
Capaciteit batterij
Max. koppel
Type batterij
Lader
Oplaadtijd
Bitgrootte
Aantal toeren per minuut
Versnelling
L
(geluidsdruk)
PA
L
(geluidsvermogen)
WA
CS-3.6Li
3,6 volt
1.300 mAh
3 Nm
Li-ion
230 volt AC 6,5 watt -
6 volt DC / 300 mAh
max. 5 uur
6,35 mm (¼")
200
0,749 m/s² K=1,5 m/s²
65,5 dB(A)
76,5 dB(A)
7