•
Binnenzeskantschroef voor greep (4x)
•
Zeskantschroef voor standvoet (2x)
•
Onderlegplaatje voor standvoet (2x)
•
Moer voor standvoet (2x)
•
Wielkap (2x)
•
Asschroef (2x)
•
Onderlegplaatje (2x)
•
Veerring (2x)
•
Moer (2x)
•
Originele handleiding
•
Veiligheidsinstructies
3. Reglementair gebruik
De compressor dient om perslucht voor pneuma-
tische gereedschappen te genereren.
De machine mag slechts voor werkzaamheden
worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk
ander verder gaand gebruik is niet reglementair.
Voor daaruit voortvloeiende schade of verwon-
dingen van welke aard dan ook is de gebruiker/
bediener, niet de fabrikant, aansprakelijk.
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen overe-
enkomstig hun bestemming niet geconstrueerd
zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel
gebruik. Wij geven geen garantie indien het ge-
reedschap in ambachtelijke of industriële bedrij-
ven alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt
gebruikt.
4. Technische gegevens
Netaansluiting: ....................... 220-240 V ~ 50 Hz
Motorvermogen: ..................................... 1500 W
Compressortoerental min
Bedrijfsdruk bar: ........................................ max. 8
Inhoud van het drukvat (in liter): ..................... 50
Theoretische aanzuigcapaciteit l/min.: ......... 270
Afgegeven debiet (perslucht)
bij 7 bar: ............................................. 90 liter/min
Afgegeven debiet (perslucht)
bij 4 bar: ........................................... 120 liter/min
Geluidsdrukniveau
LWA
Onzekerheid K
.................................... 3 dB(A)
WA
Geluidsdrukniveau
LpA
Onzekerheid K
..................................... 3 dB(A)
pA
Beschermklasse: ........................................ IP20
Gewicht van het apparaat in kg: ........ ca. 41,5 kg
Anl_TE_AC_50_Silent_SPK2.indb 35
Anl_TE_AC_50_Silent_SPK2.indb 35
: ........................ 1450
-1
in dB(A): ..................... 78
in dB(A): ...................... 54
NL
Geluid
De geluidsemissiewaarden werden vastgesteld
conform EN ISO 3744.
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het type-
plaatje overeenkomen met de gegevens van het
stroomnet, alvorens het apparaat aan te sluiten.
•
Controleer het apparaat op transportschade.
Eventuele schade meteen melden aan de
transportonderneming die de compressor
heeft geleverd.
•
De compressor moet worden opgesteld in de
buurt van de verbruiker.
•
Lange luchtleidingen en lange toevoerleidin-
gen (verlengkabels) moeten worden verme-
den.
•
Zorg ervoor dat de aanzuiglucht droog en
stofvrij is.
•
De compressor niet opstellen in een vochtige
of natte ruimte.
•
De compressor mag alleen in geschikte
ruimtes (goed geventileerd, omgevingstem-
peratuur +5°C tot 40°C) worden ingezet. In de
ruimte mogen geen stof, geen zuren, dampen
of explosieve of ontvlambare gassen aanwe-
zig zijn.
•
De compressor is geschikt voor de inzet in
droge ruimtes. Hij mag niet worden ingezet
in omgevingen waarin met spatwater wordt
gewerkt.
•
Zet het apparaat alleen in op een stabiele,
vlakke ondergrond.
•
Gebruik flexibele slangen om een overbren-
ging van ontoelaatbare lasten op het buislei-
dingsysteem aan de verbinding van de com-
pressorinstallatie naar het buisleidingsysteem
te vermijden.
•
Het is noodzakelijk om vóór het in bedrijf stel-
len van de compressorinstallatie afscheiders,
opvanginrichtingen en afvoermogelijkheden
te voorzien, die vereist zijn voor de verwer-
king van de door de compressor geprodu-
ceerde vloeistoffen.
•
Toevoerslangen moeten bij drukken hoger
dan 7 bar met een veiligheidskabel (bijv. een
draadkabel) worden uitgerust.
- 35 -
15.07.2020 13:26:24
15.07.2020 13:26:24