Ingebruikname; Vullen Met Brandstof - AL-KO 18-103.2 HD Comfort Traduction De La Notice D'utilisation Originale

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 70
NL
5.4
Aandrijving hydrostaat
De hydrostaat wordt bediend door twee pedalen
(02/1 en 02/2).
Om weg te rijden, schakelt u terwijl de motor
draait eerst de handrem (01/5) uit en drukt u ver-
volgens op het pedaal (02/1) om vooruit te rijden
of op het pedaal (02/2) om achteruit te rijden.
Hoe verder u het pedaal indrukt, hoe sneller u in
de gekozen richting rijdt.
Vooruitrijden: Druk op het voorste pedaal
(02/1).
Achteruitrijden: Druk op het achterste pedaal
(02/2).
5.5
Bediening maaier
Maaihoogte instellen
De maaier van de trekker kan in verschillende
stappen in de hoogte worden versteld met een
verstelhendel (04/1) rechts van de bestuurders-
zitplaats.
1. Beweeg de verstelhendel (04/1) in de ge-
wenste richting. Hendel omlaag betekent klei-
ne maaihoogte, hendel omhoog, grote maai-
hoogte.
Maaier inschakelen
Elektrische inschakeling: Rechts naast de be-
stuurdersstoel bevindt zich een schakelaar
(04/2). Schakel hiermee de maaier in.

6 INGEBRUIKNAME

WAARSCHUWING!
Gevaren door onvolledige montage!
De gazontrekker mag niet worden ge-
bruikt voordat hij volledig is gemonteerd!
Voer alle montagewerkzaamheden uit
die in de montagehandleiding worden
beschreven. Vraag in geval van twijfel
vóór de ingebruikname aan een vakman
of de montage correct werd uitgevoerd!
Controleer of alle veiligheids- en be-
schermingsinrichtingen aanwezig zijn en
functioneren!
6.1
Maaier controleren
Voor het gebruik moet altijd visueel worden geïn-
specteerd of het snijmechanisme, de bevesti-
gingsbouten en de totale snijeenheid versleten of
beschadigd zijn. Om een onbalans te vermijden,
moeten versleten of beschadigde messen door
nieuwe worden vervangen.
56
6.2
Vullen met olie
Voor de eerste ingebruikname moet de motor
met olie worden gevuld. Neem hiervoor de hand-
leiding van de motorfabrikant in acht. Houd er
ook rekening mee dat het oliepeil regelmatig
moet worden gecontroleerd en dat olie eventueel
moet worden bijgevuld.
6.3

Vullen met brandstof

WAARSCHUWING!
Gevaren bij de omgang met brand-
stof!
Brandstof vat uiterst gemakkelijk vlam.
Maak de brandstoftank alleen leeg in de
openlucht! Rook niet! Tank niet wanneer
de motor draait of heet is!
Gebruik bij het tanken van brandstof een ge-
schikte vultrechter of vulbuis om zo te voorkomen
dat er brandstof wordt gemorst op de motor, de
behuizing of op de ondergrond.
Uit veiligheidsoverwegingen moeten de brand-
stoftankdop en andere tankdoppen worden ver-
vangen wanneer deze beschadigd zijn.
Wanneer brandstof is overgelopen, mag de mo-
tor niet worden gestart. De trekker moet worden
verwijderd van de plaats die bevuild is met brand-
stof en de verspilde brandstof moet met een doek
worden geabsorbeerd en weggeveegd van de
bodem, de motor en de behuizing.
Er mag geen poging tot starten worden onderno-
men, tot de brandstofdampen verdampt zijn.
Sla brandstof enkel op in de containers die daar-
voor voorzien zijn.
Gebruik loodvrije benzine, min. RON 91.
Tank vullen
1. Zet de motor eventueel uit en trek veilig-
heidshalve de contactsleutel uit.
2. Wacht tot de motor een beetje is afgekoeld
(explosiegevaar door ontstoken brandstof!).
3. Open de motorkap.
4. Open de tankdop (06/1) en vul de brandstof.
Opmerking: Doe de brandstoftank niet te
vol!
5. Sluit de tankdop (06/1).
6. Sluit de motorkap.
6.4
Bandendruk controleren
Controleer de bandendruk regelmatig.
Lees de vereiste luchtdruk af op de banden
(aanbevolen 1 bar).
Ingebruikname

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières