Bijlage V: Hulp bij storingen
Probleem
Het apparaat maakt een beetje geluid
bij het in- en uitschakelen.
Na het inschakelen van het apparaat
hoort men niets als men een toets
indrukt.
Kleine afwijkingen tussen noten en
toonhoogte van dezelfde sounds.
Verschillende sustain-lengtes van de
sounds.
Laag volume, abnormaal volume of de
begeleiding functioneert niet.
Sync/Start en de toetsen functioneren,
de automatische begeleiding werkt
niet.
Abnormale geluiden uit het
elektronische orgel.
Niet alle toetsen produceren geluid.
De automatische begeleiding lijkt te
haperen.
De toonhoogte klopt niet.
Bij gebruik op batterijen brandt na het
inschakelen de controle-led niet, er
klinkt geen geluid.
Bij gebruik met de netadapter klinkt
een vervormd geluid of lawaai.
Oorzaak en
oplossing
Dat is normaal, geen reden tot
bezorgdheid.
Controleer de volume-instellingen, evt.
is ook een koptelefoon daarvoor
verantwoordelijk.
Een normaal verschijnsel, veroorzaakt
door verschillende samplers.
Hierbij gaat het eveneens om een
normaal verschijnsel omdat de
verschillende sustain-lengtes altijd
voor de desbetreffende sound zijn
geoptimaliseerd.
Controleer of het algehele volume en
het volume voor de begeleiding
correct zijn ingesteld.
Controleer of Auto Bass op Single of
Finger is ingesteld. In deze modi kan
de begeleiding alleen door het
indrukken van een toets in het
gedeelte voor de begeleiding worden
gestart.
Het apparaat kan worden gestoord
door mobiele telefoons. Zet de
telefoon uit of vergroot de afstand tot
het orgel.
U hebt meer tonen tegelijk ingedrukt
dan het orgel kan verwerken. Alles wat
boven de limiet uitgaat, wordt niet
weergegeven.
Controleer of Transpose '00' is
ingesteld.
Controleer of de batterijen nog
voldoende zijn opgeladen en of de
batterijen correct zijn geplaatst.
Gebruik alleen de originele netadapter
die is geleverd bij uw orgel; vervang
eventueel de batterijen.
14