tel voor de geribbelde plaat. Gebruik geen puntige voorwer-
pen die het chroom kunnen aantasten of beschadigen.
• Het apparaat is voorzien van een handmatig terug te stellen
veiligheidsthermostaat die de verwarming uitschakelt wan-
neer de bedrijfstemperatuur boven de maximaal toegestane
temperatuur stijgt.
• Maak de vetopvanglade elke dag leeg, of vaker als dat nodig
is.
• Trek de lade heel voorzichtig naar buiten. GEVAAR voor con-
tact met hete olie.
ONTSTEKEN EN UITZETTEN VAN DE BRANDERS
De bedieningsknop van de thermostaatklep kan in de volgende
standen worden gebruikt:
Uit
Ontsteking waakvlam
90 Laagste bereidingstemperatuur
280 Hoogste bereidingstemperatuur
Ontsteking van de waakvlam
Druk de knop in en draai hem in de stand '
• Druk de knop helemaal in en ontsteek de waakvlam met
behulp van de drukknop van de piëzo-elektrische ontsteker.
• Houd de knop ongeveer 20 seconden ingedrukt en laat hem
dan los. Als de waakvlam uitgaat, moet de handeling worden
herhaald.
• De waakvlam kan worden gecontroleerd via de kijkopening.
Hiervoor moet de vetopvanglade worden verwijderd.
• De waakvlam kan worden ontstoken door er een vlam bij te
houden. Hiervoor moet de vetopvanglade worden verwijderd.
Ontsteking van de hoofdbrander
• Draai de knop op de stand van de gewenste bereidingstem-
peratuur.
Uitzetten
Om de hoofdbrander uit te zetten, draait u de knop op stand
'
'.
Om de waakvlambrander uit te zetten, drukt u de knop in en
draait u hem op de stand '
14 GEBRUIK VAN DE ELEKTRISCHE FRY-TOP
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
• Het apparaat is bestemd voor het bereiden van voedsel dat
rechtstreeks op de plaat wordt gelegd (biefstuk, hamburgers,
vis, groenten enz.).
• De plaat mag niet worden gebruikt om pannen of koekenpan-
nen te verwarmen.
• Wees extra zorgvuldig bij het gebruik van de verchroomde
plaat. Verwijder na elke bereiding de voedselresten. Tijdens
de bereiding mag het voedsel alleen worden verplaatst met
de speciale schraper voor de gladde plaat of de getande spa-
tel voor de geribbelde plaat. Gebruik geen puntige voorwer-
pen die het chroom kunnen aantasten of beschadigen.
• Het apparaat is voorzien van een handmatig terug te stellen
veiligheidsthermostaat die de verwarming uitschakelt wan-
neer de bedrijfstemperatuur boven de maximaal toegestane
temperatuur stijgt.
• Maak de vetopvanglade elke dag leeg, of vaker als dat nodig
is.
'.
'.
• Trek de lade heel voorzichtig naar buiten. GEVAAR voor con-
tact met hete olie.
AAN- EN UITZETTEN VAN DE VERHITTING
De bedieningsknop van de thermostaat kan in de volgende
standen worden gebruikt:
0 Uit
110 Laagste temperatuur
280 Hoogste temperatuur
Aanzetten
• Draai de thermostaatknop op de stand van de gewenste be-
reidingstemperatuur.
• Het gele controlelampje gaat branden.
• Als het gele controlelampje uitgaat, is de ingestelde tempe-
ratuur bereikt.
Uitzetten
• Draai de thermostaatknop in de stand ' 0 '.
• Het gele controlelampje gaat uit.
15 PERIODEN WAARIN HET APPARAAT NIET WORDT
GEBRUIKT
Doe het volgende als het apparaat langere tijd niet zal worden
gebruikt:
• Maak het apparaat grondig schoon.
• Wrijf alle roestvrijstalen oppervlakken in met een doek met
vaselineolie, zodat er een beschermend laagje wordt aan-
gebracht.
• Laat de deksels open staan.
• Draai kranen dicht en zet hoofdschakelaars uit die vóór het
apparaat zijn geplaatst.
Doe het volgende als het apparaat lange tijd niet is gebruikt:
• Controleer het apparaat, alvorens het weer te gebruiken.
• Laat elektrische apparaten gedurende minstens 60 minuten
op de laagste temperatuur functioneren.
INSTRUCTIES VOOR DE REINIGING
AANWIJZINGEN VOOR DE REINIGING
De fabrikant van het apparaat kan niet verantwoordelijk
worden geacht voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
• Schakel de elektrische voeding van het apparaat uit (indien
aanwezig), alvorens enige handeling te verrichten.
• Maak de gesatineerde buitenkant van roestvrij staal, het op-
pervlak van de bereidingsbakken en het oppervlak van de
kookplaten iedere dag schoon.
• Laat de inwendige delen van het apparaat minstens tweema-
al per jaar schoonmaken door een bevoegd technicus.
• Reinig het apparaat niet met directe waterstralen of stralen
met hoge druk.
• Gebruik geen bijtende producten om de vloer of het opper-
vlak onder het apparaat schoon te maken.
• Behuizing en vlamverdelers van de branders van de ko-
okplaat niet in de vaatwasmachine wassen.
GESATINEERDE OPPERVLAKKEN VAN ROESTVRIJ STA-
AL
• Maak de oppervlakken schoon met een doek of spons met
water en gewone, niet-schurende reinigingsmiddelen. Wrijf
7