1
Bevestig de positieve (+) batterijlaadkabel
aan de pluspool van de batterij, en de
negatieve (–) aan de minpool van de
batterij.
2
Steek de stroomingangskabel van het
laadapparaat in een net- of lijnstopcontact
en zet de stroomvoorziening aan.
Voorzichtig!
Overladen bekort de levensduur
van de batterij. Houd u aan het advies van
de batterijfabrikant over het laden van de
batterij vanuit een net- of lijnstroombron.
Batterij-onderhoud en instandhouding
Voorzie de batterij van een geschikte
batterijbehuizing als de batterij naar
verwachting aan het weer zal blootstaan.
Als de batterij niet in gebruik is, bewaar
hem dan volledig opgeladen en laad hem
regelmatig op (eens in de 8 weken).
Laad een ontladen batterij zo spoedig
mogelijk weer op. Batterijen mogen niet
ontladen worden bewaard.
Inspecteer de batterij regelmatig om ervoor
te zorgen dat het elektrolytpeil niet onder
het oppervlak van de batterijplaten daalt.
Vul de batterij met gedistilleerd water bij.
Maak hem niet overvol. Voor meer
informatie verwijzen wij naar de
aanbevelingen van de batterijfabrikant.
Batterijveiligheid
Overtuig u er bij het laden van dat de
batterij goed geventileerd is.
Stel hem niet bloot aan temperaturen
boven 50 °C .
Zorg ervoor dat de batterij niet aan open
vuur of vlammen is blootgesteld.
Een elektrische afrastering
plaatsen
Voor informatie over het opzetten van een
elektrische afrastering verwijzen wij naar de
76
website van het product (voor details zie de
verpakking).
Veiligheidsvoorschriften
Definitie van gebruikte
vakuitdrukkingen
Elektro-afrasteringsapparaat
periodiek spanningsimpulsen afgeeft aan een
daarmee verbonden afrastering.
Afrastering
– Een afscheiding voor dieren of voor
veiligheidsdoeleinden, bestaande uit één of meer
geleiders zoals metalen draden, pennen of
staven.
Elektrische afrastering
meer van de aarde geïsoleerde elektrische
geleiders, waarnaar vanuit een elektro-
afrasteringsapparaat stroomstoten worden
gestuurd.
Afrasteringscircuit
– Alle geleidende delen of
componenten binnen een elektro-
afrasteringsapparaat die met de
uitgangsaansluitingen zijn verbonden of
daarmee galvanisch dienen te worden
verbonden.
Aardingselectrode
– Metalen constructie die
nabij een elektro-afrasteringsapparaat in de
grond wordt geslagen en elektrisch met de
uitgangs-aardeansluiting van het elektro-
afrasteringsapparaat is verbonden, en die
onafhankelijk is van andere
aardingsopstellingen.
Aansluitdraad
– Een elektrische geleider
waarmee het elektro-afrasteringsapparaat op de
elektrische afrastering of de aardingselectrode
wordt aangesloten.
Elektrische weide-afrastering
afrastering waarmee dieren binnen of buiten een
bepaald terrein worden gehouden.
Elektrische veiligheidsafrastering
afrastering die voor veiligheidsdoeleinden wordt
gebruikt en die uit een elektrische afrastering en
een fysieke begrenzing bestaat, die elektrisch
van de elektrische afrastering geïsoleerd is.
Fysieke begrenzing
– Een begrenzing met een
hoogte van minstens 1,5 m die ten doel heeft
– Een apparaat dat
– Omheining met één of
– Een elektrische
– Een