5
Werking
5.1
Pompinstelling
Afb.23
LED-indicatie UPM3
1 2 3 4 5
Afb.24
De instellingen wijzigen
1 2 3 4 5
(2 s)
(< 1 s)
1 2 3 4 5
(2-10 s)
(< 1 s)
(10 s)
Tab.6
Instellingsopties
Functie
Constante curve
Constante curve
Constante curve
Constante curve
7672101 - 03 - 07082018
5.1.1
In de bedrijfsmodus (wanneer de pomp aan de hand van de warmtevraag
wordt ingeschakeld) wordt de status van de pomp UPM3 door middel van
LED's aangegeven.
Tab.5
Toestand
Alarm
Pomp draait
RA-0000376
Pompcapaciteit 0 - 25%
Pompcapaciteit 25 - 50%
Pompcapaciteit 50 - 75%
Pompcapaciteit 75 - 100%
5.1.2
1. De huidige instelling van de UPM3-pomp kan worden gecontroleerd
door de toets kortstondig (< 1 s) in
referentie).
2. Wanneer de toets
schakelt de pomp over naar de bedrijfsmodus.
5.1.3
Om de pompinstellingen te kunnen wijzigen moet de pomp naar de
selectiemodus worden overgeschakeld.
1. Hiervoor moet de toets
2. Daarna moet de toets
gewenste instelling aan de hand van de LED's wordt aangegeven (zie
de tabel).
1
2 3 4 5
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
RA-0000997
Bedrijfsmodus
Bedrijfsmodus
De huidige instelling controleren
naderhand niet opnieuw wordt ingedrukt,
Voor meer informatie, zie
Instellingen wijzigen, pagina 33
Instellingen wijzigen
langer dan 2 seconden worden ingedrukt.
De LED's beginnen te knipperen.
net zo vaak kort worden ingedrukt tot de
De instelling wordt gewijzigd wanneer de toets
seconden wordt ingedrukt. De pomp schakelt terug naar de
bedrijfsmodus.
Optie
LED 1
Trap 1
Rood
2 m
Trap 2
Rood
3 m
Trap 3
Rood
4 m
Trap 4
Rood
5 m
5 Werking
Display
LED 1 brandt rood
LED 1 brandt groen
LED 2 gaat branden
LED 3 gaat branden
LED 4 gaat branden
LED 5 gaat branden
te drukken (zie onderstaande
niet langer dan 10
LED 2
LED 3
LED 4
Aan
Aan
Aan
Aan
Aan
Aan
nl
LED 5
Aan
Aan
33