•
Lees deze instructies.
•
Bewaar deze instructies.
•
Neem alle waarschuwingen in acht.
•
Volg alle instructies op.
•
Een EC series controller mag uitsluitend worden geinstalleerd door daartoe opgeleide technici.
•
De EC series controller dient te worden geïnstalleerd in een stofvrij gebied.
•
Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde koppelingen/accessoires.
•
OPGELET: Probleemoplossing moet worden uitgevoerd door een daartoe opgeleide technicus. Om het risico van elektrische
schokken te voorkomen dient u niet eigenhandig onderhoud uit te voeren aan de apparatuur, tenzij u de nodige kwalificaties
bezit.
•
Laat onderhoud over aan bevoegd onderhoudspersoneel. Onderhoud is vereist als het systeem op enigerlei wijze beschadigd
is geraakt, bijvoorbeeld als er vloeistoffen of voorwerpen in terecht zijn gekomen, als het aan regen of vocht is blootgesteld,
niet naar behoren functioneert, of is gevallen.
•
BREEKBAAR: De EC series controller is breekbaar. Behandel de eenheid altijd met de nodige voorzichtigheid.
•
Ter voorkoming van letsel geldt het volgende: volgens de wet dient het dragen van de EC-200 controller door minimaal twee
personen te gebeuren.
•
Verwijder nooit de afdekplaten of panelen gedurende normale werking van het apparaat. Verwijdering van de bovenkant kan u
blootstellen aan gevaarlijk voltage. Ter voorkoming van persoonlijk letsel mag u daarom nooit de bovenkant verwijderen. Stel
het apparaat nooit in werking als de afdekplaat niet is gemonteerd.
•
Schakel de eenheid altijd uit tijdens onderhoudswerkzaamheden en ontkoppel de snoeren voordat u een van de afdekplaten
verwijdert, tenzij de handleiding anderszins aangeeft.
•
Draag bij het hanteren van onderdelen die gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading altijd een antistatische polsband.
•
Draag bij het installeren en tijdens onderhoudswerkzaamheden isolerende handschoenen om kortsluiting te voorkomen.
•
Zorg dat er nooit iets in de EC series controller valt tijdens de procedure. Een vreemd instrument of onderdeel dat in de eenheid
is gevallen kan catastrofale gevolgen hebben bij het opnieuw opstarten van het systeem.
•
Volg tijdens onderhoudswerkzaamheden (het verwisselen van onderdelen) altijd strikt de aangegeven procedure.
•
Dit product mag alleen worden aangesloten op een voedingsbron die maximaal 230 volt RMS levert tussen de stroomgeleiders
of tussen de stroomgeleider en de aarde. Een beschermende aardverbinding via aardgeleiding in het netsnoer is essentieel
voor een veilige werking.
•
Dit product is geaard via de aardgeleider in het netsnoer. Om elektrische schokken te voorkomen dient het netsnoer in een
stopcontact te worden gestoken dat is voorzien van de correcte bedrading voordat het wordt aangesloten op de in- of uitgang
van het product. Een beschermende aardverbinding via aardgeleiding in het netsnoer is essentieel voor een veilige werking.
•
Gebruik uitsluitend een voor uw product gespecificeerd(e) netsnoer en connector. Gebruik alleen een netsnoer dat in goede
staat verkeert. Laat veranderingen aan het snoer en connector uitsluitend uitvoeren door daartoe bevoegd onderhoudsperso-
neel.
•
Om brandgevaar te voorkomen mag uitsluitend een identieke vervangende zekering worden gebruikt met dezelfde eigenschap-
pen qua voltage en nominale stroombelasting. Laat vervanging van zekeringen over aan gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
•
Vervang onderdelen uitsluitend door onderdelen van hetzelfde type of een gelijkwaardig type dat door de fabrikant wordt aan-
geraden.
•
Bewaar de originele verpakking en het verpakkingsmateriaal. Deze kunt u gebruiken als u de apparatuur moet vervoeren. Voor
maximale bescherming moet u de set op dezelfde manier verpakken als in de fabriek.
•
Maximale omgevingstemperatuur, t
•
Ter voorkoming van explosies mag dit product niet in een explosieve omgeving worden gebruikt.
1.3
Controle van omgevingscondities
Controle van de omgevingstoestand
De eenheid moet altijd zo gemonteerd zijn dat zowel de luchtaanvoer als de luchtuitvoer vrijstaan. Voor installatie in omgevingen
waar het apparaat onderhevig is aan veel stof wordt aangeraden om maatregelen te treffen om te voorkomen dat het stof de eenheid
binnendringt. Als dit niet haalbaar is moet de eenheid op een andere, stofvrije locatie worden geplaatst.
Het is de verantwoordelijkheid van de klant om er onder alle omstandigheden voor te zorgen dat het apparaat beschermd wordt
tegen de schadelijke effecten van kwalijke deeltjes in de lucht rond het apparaat. De fabrikant heeft het recht om te weigeren een
apparaat te repareren als er sprake is van nalatigheid, verwaarlozing of onjuist gebruik.
Omgevingsomstandigheden
De onderstaande tabel geeft aan in welke fysieke omgeving de EC series controller veilig kan worden gebruikt of opgeborgen.
Omgeving
Omgevingstemperatuur
Schone lucht
R5906018NL EC-SERIE 01/07/2017
= 40°C (104°F).
a
In gebruik
0°C (32°F) tot 40°C (104°F)
Schone kantooromgeving (te vergelijken met
cleanroom-standaard ISO 14644-1 ISO-klasse 9)
1. Veiligheidsrichtlijnen
Buiten gebruik
-10 °C (14 °F) tot 60 °C (140 °F)
n.v.t.
3