1. Algemene Beschrijving
Een eenvoudig en goedkoop alternatief voor de VE.Bus BMS
Het miniBMS kan het VE.Bus BMS in verschillende toepassingen vervangen. Het is echter niet geschikt voor gebruik met
VE.Bus MultiPlus en Quattro omvormers/acculaders: het heeft geen VE.Bus-interface.
De miniBMS is bestemd voor gebruik met Victron Smart LiFePo4-batterijen met ronde M8-connectoren.
Het miniBMS heeft twee uitgangen, vergelijkbaar met de VE.Bus.BMS.
Laden Ontkoppel Uitgang
De lastuitgang is normaal hoog en wordt vrij zwevend in het geval van dreigende cel onder spanning. Maximumstroom: 1A. De
lastuitgang is niet beveiligd tegen kortsluiting.
De lastuitgang kan worden gebruikt om het volgende te besturen:
Een hoogstroomrelais of contact.
De externe aan/uit-ingang van een batterijbeveiliging, omvormer of DC-DC-converter of andere belastingen.
(een niet-omvormende of omvormende aan/uit-kabel kan nodig zijn, raadpleeg de handleiding)
Laad Ontkoppeling-uitgang
De uitgang van de lader is normaal gesproken hoog en wordt vrij zwevend in geval van dreigende overbelasting van de cel of te
hoge temperatuur. Maximumstroom: 10mA.
De uitgang van de lader is niet geschikt om een inductieve belasting te voeden, zoals een relaisspoel.
De uitgang van de lader kan worden gebruikt om:
•
De afstandsbediening aan/uit van een lader.
•
Een Cyrix-Li-Charge-relais.
Een Cyrix-Li-ct accucombinatie.
•
Systeem aan/uit ingang
De aan/uit ingang van het systeem bestuurt beide uitgangen. Wanneer uitgeschakeld, zijn beide uitgangen vrij zwevend zodat
ladingen en laders uitgeschakeld zijn.
Het systeem aan/uit bestaat uit twee klemmen:. Afstandsbediening L en Afstandsbediening H.
Een externe aan-/uitschakelaar of relaiscontact kan worden verbonden tussen L en H.
Als alternatief, kan klem H worden geschakeld naar batterijplus of kan klem L worden omgeschakeld naar batterij minus
Beschermt 12V, 24V en 48V-systemen
Bedrijfsspanningsbereik: 8 tot 70V DC.
LED-indicatoren
Laad ON (blauw): Laadvermogen hoog (celspanning >2,8V, instelbaar op de batterij).
•
Temp of OVP (rood): Lader uitgang vrij zwevend (door cel-over-temperatuur (> 50 °C), cel onder temperatuur (<5 °C)
•
of cel-overspanning).
2. Veiligheidsinstructies
De installatie moet strikt voldoen aan de nationale veiligheidsvoorschriften in overeenstemming met de vereisten voor
behuizing, systeem, kruipwegen, slagwijdten, verlies, markeringen en segregatie van de eindgebruiker toepassing. De installatie
mag uitsluitend door gekwalificeerde en opgeleide installateurs worden uitgevoerd. Het systeem uitschakelen en controleren op
gevaarlijke spanningen vóór u een willekeurige verbinding wijzigt.
1. Open de lithium-ion-batterij niet.
2. Ontlaad geen nieuwe lithium-ion-batterij vóór deze volledig is opgeladen.
3. Laad slechts binnen de opgegeven limieten.
4. Monteer de lithium-ion-batterij niet ondersteboven.
5. Controleer of de Li-ion-batterij tijdens het transport is beschadigd.
3. Zaken om te overwegen
3.1 Belangrijke waarschuwing
Li-ion batterijen zijn duur en kunnen worden beschadigd als gevolg van diepontlading of overladen.
Schade als gevolg van te hoge ontlading kan optreden als kleine ladingen (zoals: alarmsystemen, relais, reservestroom van
bepaalde belastingen, terugstroom van acculaders of laadregelaars) de accu langzaam ontladen wanneer het systeem niet in
gebruik is.
In geval van twijfel over mogelijke reststroom afgifte isoleert u de batterij door de batterijschakelaar te openen, de batterij
zekering(en) te trekken of de batterij los te koppelen plus wanneer het systeem niet in gebruik is.
Een residu ontlaadstroom is met name gevaarlijk als het systeem volledig is ontladen en de batterij bijna leeg is. Na
het uitschakelen vanwege lage celspanning blijft er een capaciteitsreserve van ongeveer 1Ah per 100Ah
batterijcapaciteit resterend in de batterij. De batterij wordt beschadigd als de resterende capaciteitsreserve uit de
batterij wordt getrokken. Een reststroom van 10 mA kan bijvoorbeeld een 200Ah-batterij beschadigen indien het
systeem langer dan 8 dagen in ontladen toestand blijft.
1