5
Installeren
5.1
Afleesinstrument
Zie hoofdstuk 9 voor de afmetingen.
Maak aan de hand van de meegeleverde
boormal de vereiste gaten in het instrumen-
tenpaneel of in de wandplaat. Bevestig het
afleesinstrument met behulp van de 4 mee-
geleverde draadbouten en moeren. Zorg
dat de afdichting correct tussen het instru-
ment en het paneel of schot is geplaatst.
5.2 Kompassensor / GPS-ontvanger
5.2.1 De bevestigingsplaats kiezen
Alle kompassen worden gekalibreerd ge-
leverd, dus hoe zorgvuldiger u de plaats
kiest voor de kompassensor, hoe beter het
resultaat zal zijn.
Het is uiterst belangrijk om de sensor uit
de buurt te houden van materialen die
magnetische storingen kunnen veroor-
zaken.
• Een veilige afstand voor externe mag-
netische interferentie is: 3 m afstand tot
INMARSAT
-antenne
Lange MF/HF
-zendantenne
Electronisch kompas / GPS ECGPS
Electronische kompass EC
nooit binnen het
INMARSAT-bereik
Kompassensor /
GPS-antenne
Min. 5 m
Min. 0.5 m
Min. 1.5 m
Radar
Min. 4 m
Min. 4 m
VHF, RDF, luidsprekers, dieptemeters,
motoren en stroomvoerende kabels
met hoge stroomsterktes.
• 3 m afstand tot radarapparatuur en
SSB-radio's.
• Monteer hem buiten de romp van sta-
len schepen.
• Bescherm de sensor tegen beschadi-
gingen.
• Optimale plaatsing: zo laag mogelijk
om zo min mogelijk last te hebben van
het rollen en stampen van het schip.
• Monteer het kompas nooit in de buurt
van magneten (bijv. van een kaart-
koerskompas)
Als u twijfelt of de sensor wel op een be-
paalde plaats kan worden gemonteerd van-
wege mogelijke magnetische interferentie,
controleer dan met een handkompas of er
op die plek magnetische afwijkingen zijn.
De GPS-antenne zit bovenin de sensor.
Zorg dat de antenne altijd rondom vrij
zicht heeft naar de lucht.
VHF-antenne of
MF/HF zend-/
ontvangst-
sprietantenne
Min. 3 m
Min. 1 m
nooit binnen
het radarbereik
NEDERLANDS
Lusantenne
Min. 4 m
Zend-
spriet-
antenne
(MF/HF)
9
100506.01